Afgelopen weekeinde werd de 92e editie van de 24 Uur van Le Mans verreden, inclusief mooi Nederlands Porsche-succes in de vorm van de overwinning voor Morris Schuring met de 911 in de GT3-klasse. Vierenzestig.nl was de hele week in Le Mans ter plekke en genoot van het spektakel. Le Mans verveelt nooit!
Voor uw redacteur was het zeker al de 25e keer dat de reis naar de Sarthe gemaakt werd. Ditmaal al met vertrek op maandag, omdat er op dinsdag al een afspraak op het circuit stond, en dan is het rustiger om de dag ervoor te rijden. Via Maastricht, Luik, Namen, Bergen, Amiens en Rouen. Dat is weliswaar wat verder dan via Parijs, maar vrijwel altijd sneller. Bovendien werd onderweg een apparaatje voor de télépéage aangeschaft, wat al langer gepland stond, maar er tot dusver niet van kwam. Geen geklooi meer met kaartjes en creditcard, maar gewoon met 30 km/u door het poortje, piep-piep en klaar. Met name maandag op de thuisreis, met honderden Engelsen die voor de péage stonden te wachten, bleek dit een uitkomst!
Maandagavond onderdak in een eenvoudig hotel in de buurt en een snelle hap bij het enige restaurant in dat dorp dat open was, dinsdag naar het circuit voor het ophalen van de persaccreditatie, een paar besprekingen en de handtekeningsessie met alle coureurs in de pitstraat, ook de perfecte gelegenheid om alle Nederlandse rijders even te spreken, want naast deze website deed ik ook de verslaggeving voor Autosport.nl, dus dan is het goed om de contacten met alle landgenoten te onderhouden. Fenomenaal hoe druk het hier al was. Met name de gekte rondom Valentino Rossi was enorm, maar ook de andere coureurs trokken volop aandacht.
Daarna reed ik samen met Florian Urbitsch, in het dagelijks leven directeur van het fantastische Duitse Nationales Automuseum – The Loh Collection (schreven we al eerder over op deze website, een absolute aanrader!) een rondje over het gedeelte van het circuit dat uit openbare wegen bestaat, die op dat moment nog niet afgesloten waren. Daarbij produceerden we deze video voor Vierenzestig.nl.
Vervolgens bezochten we een evenement in het nabijgelegen dorpje Ruardin, waar Italiaanse auto’s centraal zouden staan. Een verrassend grote opkomst en verrassend leuke auto’s, en dat gewoon op een dinsdagmiddag. Mooie Ferrari’s en Lamborghini’s, fijne Alfa’s, maar ook een paar Porsches, waaronder een 911 GT3 RS in Coca-Cola-striping en ook iemand die een Volkswagen-bus had aangekleed in de kleuren waarin de Porsche 963’s vorig jaar in Le Mans raceten. We deden onderweg ook nog even een supermarkt aan, waarbij weer opviel dat elke winkel in de buurt wel iets met de race doet. Aankleding met vlaggen, posters en miniatuurauto’s, maar ook blikjes met 24h Le Mans-opdruk met de regionale koekjes (Sablésiennes), gebroederlijk naast D-Day-herdenkingsobjecten, want ook de Normandische stranden waar de geallieerden landden zijn vanuit Le Mans niet ver weg. En boeken over de race, plus, zoals overal in Frankrijk, een enorme keuze aan auto- en motortijdschriften, die in ons land juist meer en meer een uitstervend fenomeen lijken.
Foto’s: 4-1 t/m 4-11
Het onderkomen voor de twee nachten tot donderdag was het onvolprezen Hôtel de France in La-Chartre-sur-le-Loir. Een kilometer of 40 van het circuit, maar de omweg meer dan waard vanwege de ambiance en het comfort, de racehistorie, het prima restaurant, de leuke en interessante mensen die je er altijd treft en de mooie auto’s die je er doorgaans vindt. Ik kom er al een jaar of 25 met enige regelmaat en altijd met heel veel plezier. Na het aperitief op het terras, met zicht op een Britse 928, zwart met niet-originele bronskleurige wielen, die echter wel mooi stonden, volgde een smakelijk diner met drie Duitse collega’s en een bevriende Belg: de al genoemde museumdirecteur Florian Urbitsch, Bianca Garloff van Auto Bild Motorsport en Gregor Messer van Auto Zeitung, plus Serge Vanbockryck, die de Europese persrelaties namens Cadillac en Chevrolet bij de FIA WEC-races onderhoudt, maar vooral ook de geweldige en onovertroffen boeken over de Porsche 956 en Porsche 962 schreef. De autosportverhalen vlogen over en weer over de tafel en we waren – niet voor het eerst – de laatsten die het restaurant verlieten.
Op woensdag deden we het wat rustig aan: ontbijt met croissant, koffie en krant op het terras en vervolgens naar het circuit, waar we het museum bezochten nu het nog rustig was. De geweldige tentoonstelling ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum van de race vorig jaar blijft onovertroffen, maar de reguliere collectie heeft ook genoeg te bieden – inclusief een grote keuze aan Porsches – en de speciale expositie was ditmaal gewijd aan Alpine. Vanaf 14.00 uur werd er gereden, eerst een vrije training, daarna in de avond de kwalificatie, gevolgd door nog eens een vrije training tot middernacht. Die actie volgden we deels vanuit het perscentrum, waar zo’n 400 verslaggevers en fotografen van over de hele wereld zijn ondergebracht, deels langs de baan en deels vanuit de teamhospitality van Porsche, want op een lege maag is het slecht schrijven. Tijdens de laatste avondtraining reden we terug naar het hotel, want onderweg kun je de sessie ook prima volgen via Radio Le Mans, en zo liepen we mooi de files mis om na middernacht het circuitterrein af te komen.
De volgende ochtend troffen we Jacky Ickx bij het ontbijt. De zesvoudig Le Mans-winnaar is al sinds de jaren zestig vaste gast in Hôtel de France en het is altijd een genoegen om hem te spreken. We hadden het over Max Verstappen, over Zandvoort, over Porsche, over de race in Le Mans en tal van andere zaken. Ickx is sinds dit voorjaar ambassadeur van het Zuid-Koreaanse merk Genesis, nadat zijn contract met Porsche en de Volkswagen-groep niet verlengd werd. We fotografeerden hem dus ook met zijn nieuwe dienstauto, waarmee hij van de Mille Miglia was gekomen.
Maar hoe interessant het gesprek ook was, Ickx moest op enig moment naar het circuit en wij ook, dus we gingen ieder onzes weegs, in ons geval nadat we hadden uitgecheckt bij Hôtel de France. We bezochten op het circuit de persconferentie van Cadillac en deden een interview met Renger van der Zande, de Nederlandse fabriekscoureur van het Amerikaanse merk. Ook diverse andere mensen spraken we en maakten ook een rondgang langs de diverse verkoopstands in de ‘Village’ op het binnenterrein van het circuit, waar we enerzijds verbaasd waren over de hoge prijzen die er voor merchandise gevraagd werden en anderzijds over de soms lange wachtrijen die er desondanks stonden.
Opnieuw was er een trainingssessie en in de avond de spannende hyperpole, waarin Porsche dankzij een geweldige ronde van Kévin Estre de pole-postion behaalde. De stemming was daarna prima. Onderweg naar ons nachtelijke onderkomen op het circuit fotografeerden we de diverse hospitality-units van de fabrikanten en teams, want die zien er in de schemering nog indrukwekkender uit dan overdag. Ongelooflijk wat er voor tien dagen in Le Mans allemaal wordt neergezet en daarna ook weer wordt afgebroken.
Aan het eind van de avond betrokken we ons nieuwe onderkomen, waar we tot maandag zouden verblijven. Op het Bugatti-circuit was het Porsche Media Camp ingericht, waar in totaal 50 cabines beschikbaar waren waarin door de fabriek en diverse importeurs uitgenodigde journalisten konden overnachten. Dat deden we ook vorig jaar al, en dat was uitstekend, maar dit jaar was het nog luxer, met ditmaal ook eigen toilet en douche in de cabine, voorzieningen die vorig jaar nog in centrale units op het afgesloten en beveiligde terrein beschikbaar waren. Voor de rest waren de cabines van 3×2 meter uitermate functioneel: twee bedden boven elkaar, een brede onder en een smallere boven (alle cabines werden door één persoon bewoond, met z’n tweeën was het wel wat erg krap geweest), televisiescherm, airco, wastafel, spiegel en twee stopcontacten plus wat afleg- en opbergruimte. Kortom, alles wat een mens nodig heeft, en dan met pits, paddock en perscentrum op loopafstand. En daarom geen fileperikelen.
Op vrijdagochtend meldden we ons na een korte wandeling over het circuit bij de Porsche-hospitality voor het ontbijt, waarna we ons naar het stadion nabij het circuit begaven voor de persconferentie van de ACO, de Automobile Club de l’Ouest die de 24 Uur van Le Mans en het FIA WEC organiseert. Bij de persconferentie troffen we vele bekenden, van Porsche-sportdirecteur Thomas Laudenbach en Roger Penske, die in een joint-venture met Porsche het fabrieksteam bezit, tot aan de vroegere Porsche-sportdirecteur Max Welti en de geniale technicus Norbert Singer, die samen vierden dat het 30 jaar geleden was dat ze met de Dauer-Porsche 962 via een slimme truc Le Mans wonnen. Tijdens de persconferentie werd een vooruitblik gegeven op de reglementen van het FIA WEC en de kalender voor 2025, waarbij er geen al te grote verrassingen waren.
Na een snelle lunch was er de Porsche-persconferentie, waarin we in een eerder artikel al verslag deden, waarna we ons per tram naar het stadscentrum van Le Mans begaven voor de traditionele rijdersparade. Om de lezers van Vierenzestig.nl van een actueel artikel inclusief de persconferentie te kunnen voorzien, moesten we in de tram nog even doortikken, maar eenmaal aangekomen in de stad konden we het artikel direct verzenden en konden vervolgens genieten van de parade. Net als vorig jaar had Porsche de eerste verdieping van de Brasserie Madeleine afgehuurd, van waar de aanwezigen niet alleen de parade perfect konden volgen, maar waar ook de inwendige mens niets tekort kwam. De champagne smaakte goed!
Toen de parade was afgelopen en de flessen leeg waren, reden we terug naar het circuit, alwaar in het Porsche Media Camp een barbecue gepland stond. We maakten er een Nederlandse tafel van met Dries van den Elzen van Autovisie, Bas Leesberg van Top Gear en PR-manager Tom Wouda van Porsche Nederland, al moesten we tussentijds wel even schuilen voor de regen. Die hield gelukkig snel weer op en zo konden we ook met de overige aanwezigen de openingswedstrijd van het EK Voetbal zien tussen Duitsland en Schotland, die tot tevredenheid van alle Duitsers met 5-1 door ‘Die Mannschaft’ gewonnen werd. Of de Britse collega’s zo blij waren dat de Porsches waarmee ze gekomen waren, opeens van Duitse vlaggetjes waren voorzien, weten we niet…
De volgende ochtend waren we toch weer vroeg wakker, want het was racedag! De voorpret is ook na bijna 35 jaar als verslaggever in de autosport niet minder, en gelukkig maar! De ochtend besteedden we aan vele gesprekken met bekenden in paddock en perszaal, het schrijven van de nodige artikelen en ook een hernieuwde rondgang door de ‘Village’. Rond het middaguur was er een ‘warm-up’, een korte laatste training van een kwartier, die we vanuit de hospitality van Peugeot nabij de Dunlop-brug volgden. Het regende nog niet, maar het zag er wel steeds dreigender uit.
Vervolgens de startopstelling en de ‘grid walk’, opnieuw tussen tienduizenden mensen. Licht chaotisch, maar wel indrukwekkend, en mooi om toch diverse rijders kort voor de race nog even te spreken. We treffen ook Paul en Max van Splunteren, die beiden Le Mans gereden hebben en toegeven dat het “best wel kriebelt”… Na het ‘clear the grid’ togen we naar de Porsche-klantenhospitality om van daar de start te kunnen gadeslaan. Een mooi plekje op het dakterras met zicht op het eerste gedeelte van het circuit tussen het einde van de pits en de Dunlop-brug. Het hele spektakel: het volkslied, de ‘fly past’ met de straaljagers van de Patrouille de France, alle plichtplegingen en dan eindelijk Zinédine Zidane die het startsignaal gaf voor de opwarmronde. Daarop zette het hele veld zich in beweging en een paar minuten later volgde de start. Kippenvel. Altijd. Waanzinnig gaaf.
Tijdens de race deden we diverse locaties aan: perscentrum, Porsche-hospitality in de paddock, de klanten-hospitality, punten langs de baan, het Porsche Experience Center aan de overkant van de baan, van waar je een prima uitzicht op de Ford-bochten en de ingang van de pitstraat had en bovendien de beste catering beschikbaar was. Op de begane grond, gratis toegankelijk voor Porsche-rijders en -clubleden, zijn er achter het gebouw de nodige foodtrucks met catering tegen betaling. Wie het geluk had, een pas voor het bovengedeelte te hebben (gekocht danwel op uitnodiging), kon genieten van heerlijke gerechten en uitstekende wijnen in het restaurant op de eerste verdieping en creatieve cocktails (plus het hele aanbod van wijn, bier en anderszins) op de tweede etage in een soort lounge-gedeelte met terras en extra zone waar voetbal gekeken kan worden. Hier was het heerlijk toeven, wat we, in prettig gezelschap van de nodige collega’s, dan ook graag deden. Natuurlijk wel met notitieboek binnen handbereik om het raceverloop bij te houden. We waren tenslotte aan het werk…
Een paar uur slaap in de nacht gunden we onszelf ook, wetend dat er zondag na de race nog genoeg schrijfwerk wachtte. We misten niet veel, want vanwege de regen was de safety-car langdurig in actie. Fris geschoren en gedoucht waren we op zondagochtend weer paraat voor het traditionele persontbijt dat racesponsor Rolex voor journalisten serveerde. Altijd gezellig en al jarenlang een goede traditie, ook weer samen met de nodige bevriende collega’s. De koffie was meer dan welkom! Een iets steviger vervolg aan het ontbijt gaven we een tijdje later bij Porsche. Eén keer in de raceweek roerei met zalm en bacon mocht wel een keer, vonden we. Het was tenslotte zondag.
We volgden het raceverloop, dat spannend bleef, en meldden ons een paar uur later met collega’s weer bij het Experience Center voor de lunch. Inmiddels was het weer flink gaan regenen, wat voor nog meer actie zorgde. Het laatste uur volgden we vanuit het perscentrum, waar we alvast een begin maakten met de nodige artikelen. Na de race de prijsuitreiking op het podium, vervolgens de persconferenties met de top drie uit het algemeen klassement en de winnende teams uit de andere twee klassen. Met Morris Schuring maakten we een video-interview voor Vierenzestig.nl en spraken we ook nog wat uitvoeriger voor zijn eigen persbericht.
Daarna alle teksten uitwerken, rond half negen klaar, kleine maaltijd in de Porsche-hospitality en daarna terug naar het Porsche Media Camp. Daar dronken we nog wat met de mensen die er nog waren, maar om half elf was het echt genoeg en rolden we doodmoe het bed in. Geslapen als een blok, maandagmorgen vroeg nog de afsluitende tekst voor deze site, vervolgens naar een bar in de buurt voor een laatste Frans ontbijt (koffie, croissant en de lokale dagbladen) en daarna naar huis. Het was weer een zeer intensieve week, maar geweldig als altijd. Op maandagavond waren we blij om weer thuis te zijn, maar op dinsdag keken we alweer uit naar volgend jaar. Le Mans blijft grandioos!
Foto’s en video’s: Rebocar/R. de Boer