Wie iets op autogebied wil zien tijdens de komende zomervakantie (en wie wil dat nou niet?) maakt een uitstekende keuze met een bezoek aan het Louwman Museum. Dat is natuurlijk altijd al de moeite waard, maar nu nog eens extra, want tot en met 1 september is daar de expositie ‘Supercars uit de jaren 90’ te zien. Daags voor de opening keek Vierenzestig er al rond en bewonderde zeer bijzondere auto’s, waarvan er sommige nog niet eerder in Nederland te zien waren. 

“Sommige waren heel makkelijk, maar andere kostten echt veel inspanning. Ik ben blij dat het gelukt is en dat ze nu ook allemaal hier staan”, zegt Sjoerd van Bilsen, curator van het Louwman Museum. Wat het team van het museum heeft samengesteld, verdient dan ook zonder meer de kwalificatie ‘uniek’, met homologatiemodellen van auto’s die eigenlijk puur voor de racerij ontwikkeld en gebouwd waren, met prototypes en met supercars die doorgaans maar zelden in de openbaarheid te zien zijn.

Wat verstaat het Louwman Museum precies onder ‘supercars’? Ronald Kooyman, directeur van het museum, legt uit: “We hebben het gedefinieerd als auto’s met een gelimiteerd productievolume, een vermogen van minimaal 500 pk en een topsnelheid van ruim 300 km/u. Daarbinnen tonen we een diversiteit aan modellen, die we onderverdelen in verschillende categorieën: productiemodellen, limited editions, homologatie-auto’s en prototypes.”

Wie de op zich al indrukwekkende tentoonstellingshal van het Louwman Museum betreedt, ziet tegen de achterwand al twee van de meest bijzondere auto’s: de Toyota GT-One ‘street’ en de Porsche 911 GT1 ‘Straßenversion’. De reglementen voor de GT-racerij in de tweede helft van de jaren negentig schreven voor dat er voor typegoedkeuring ook een productieversie van de raceauto’s moest bestaan, die voor het publiek te koop was. Dat bleek een wassen neus, want bij veel auto’s bleef het bij een enkel exemplaar, als het al zover kwam… En we hebben nooit gehoord dat er enige sanctie werd uitgedeeld omdat het aantal van 25 niet gehaald werd.

De Porsche is de 911 GT1 ’98, de derde evolutieversie van de meest extreme 911 ooit gebouwd. De eerste versie in 1996 betekende al een revolutie in de toenmalige BPR-serie, de versie van 1998 bezorgde Porsche in het jaar waarin het merk het halve-eeuwfeest als sportwagenfabrikant vierde de felbegeerde 16eoverwinning in Le Mans, terwijl Porsche de rest van dat seizoen niets in te brengen had tegen Mercedes in het FIA GT-kampioenschap, want Mercedes had met de CLK-LM de lat nog een flink stuk hoger gelegd, nadat het in het voorgaande seizoen met de CLK-GTR al vele successen gevierd had. De 911 GT1 die in het Louwman Museum te zien is, is een straatversie die is voorzien van bestickering met sponsorlogo’s op het kale bodywork van koolstofvezel. 

Toyota keerde in 1998 terug naar Le Mans, na een jaar afwezigheid dat volgde op de deelname van het Japanse SARD met de Supra GT LM en de MCR-8. Ditmaal volgde de deelname onder de vlag van Toyota Motorsport en werd het programma gerund vanuit de Europese centrale in Keulen-Marsdorf. Onder leiding van André de Cortanze en in samenwerking met Dallara werd een nieuwe auto ontwikkeld, de GT-One, waarvan er ook één productieversie gebouwd werd, zodat de auto als GT kon worden gehomologeerd. De auto werd in Keulen op kenteken gezet: K-LM 1998. Deze auto, die deel uitmaakt van de collectie van Toyota, is nu tijdens de expositie te bewonderen.

We noemden al even de Mercedes-Benz CLK-GTR. Ook daarvan is er een straatversie in het Louwman Museum te zien. Na het wegvallen van het ITC (de internationale variant van de DTM onder auspiciën van de mondiale autosportfederatie FIA) vanwege het terugtrekken van Alfa Romeo en Opel aan het eind van het seizoen 1996 stond Mercedes plotseling met lege handen, zodat in allerijl werd gekozen voor het FIA GT-kampioenschap (de opvolger van de BPR-serie), om de sportafdeling toch bezig te houden. Daarvoor werd in korte tijd de CLK-GTR ontwikkeld, die al heel snel superieur bleek aan de Porsche 911 GT1 en de McLaren F1. Mercedes maakte wel gewoon een reeks van 25 productiemodellen, deels als cabrio, en wist die ook te verkopen. Later volgde de CLK-LM voor 1998 en de CLR voor 1999, de auto die berucht werd doordat hij in Le Mans meerdere malen de lucht in ging.

De vierde en laatste homologatiespecial in de tentoonstelling is wel een heel bijzondere, want het is een auto die daadwerkelijk in Le Mans geracet heeft, in 1998, en daarna is omgebouwd naar specificaties die hem geschikt (nou ja, min of meer dan) maken voor het wegverkeer. Het gaat om de Nissan R390 GT1, die eigendom is van de Fransman Eric Comas, oud-fabriekscoureur van het Japanse merk, die als (deel van het) honorarium voor bewezen diensten de auto verwierf. De restauratie en ombouw naar straatspecificatie nam zo’n twee jaar in beslag, waarbij onder andere de deuren, de voorruit en het koelsysteem zijn aangepast. Mooi detail is het opbergvak voor de helm aan de bestuurderszijde, wat in dit geval de rechter kant is. De auto staat op Engels kenteken: ‘M24ANS’. Eric Comas was daags voor de opening van de expositie zelf aanwezig om tekst en uitleg te geven. 

De vier homologatiespecials op zich zouden al genoeg reden zijn voor een bezoek aan de expositie, maar daarmee is de koek nog bepaald niet op. Wat te denken van drie ‘Limited Editions’ in de vorm van de Ferrari F50, de Jaguar XJ220 en de McLaren F1? En twee bijzondere prototypes, de BMW M8 E31 (op het eerste gezicht een 850, maar dan wel voorzien van zesliter V12, de krachtbron die uiteindelijk in de McLaren F1 zou komen) en de Mercedes-Benz C112, die bij Sauber in kleine serie geproduceerd had moeten worden, wat echter nooit gerealiseerd werd.

En dan zijn er nog drie productiemodellen, die eveneens het predicaat ‘bijzonder’ verdienen, te weten de Aston Martin Vantage V600, de Bugatti EB110 Super Sport en de Vector W8. Stuk voor stuk ook auto’s waarvan heel wat posters op jongenskamers gehangen zullen hebben of waarmee je goed gescoord zou hebben in een autokwartet. Het zal duidelijk zijn: we zijn zeer onder de indruk van het getoonde en bevelen een bezoek dan ook van harte aan! Zoals museumdirecteur Ronald Kooyman zegt: “Sommige modellen zijn niet eerder in Nederland getoond, zelfs niet in de Benelux. En de groep sportwagens an sich is als geheel niet eerder in Nederland te zien geweest. Ook niet in de Benelux en zelfs niet in Europa. Misschien zelfs niet in de wereld…”

Voor meer informatie en kaartverkoop: www.louwmanmuseum.nl

Advertenties
Logo-LUXURY-INS-horizontaal-wit
64-banner
Dia1
Creventic logo black