Salon Rétromobile is een van de hoogtepunten op de kalender voor evenementen rondom klassieke auto’s in Europa. Het is ook het eerste grote evenement waarbij de grote veilinghuizen op Europese bodem de concurrentie met elkaar aangaan.
RM Sotheby’s
Een hypercar avondje in Parijs voor veilinghuis RM Sotheby’s. Een Bugatti Chiron was de duurste auto van de avond, met een verkoopprijs van 3,3 miljoen euro. Nummer twee was een Maserati MC12 die voor 2 miljoen euro van de hand ging, een auto die uit een privé collectie met meerdere snelle Italianen kwam. Maar de top drie werd niet enkel door moderne supercars overheerst. Op de derde plaats stond een fraaie klassieker van BMW, een 507 Roadster Series II uit 1958. Opbrengst was bijna 1,8 miljoen euro. De volledige top tien laat nog enkele Maserati’s zien, naast een Ferrari F40, OSCA 2000 S, Mercedes-Benz 300 S Roadster, een Bugatti EB 110 en een Porsche 911. Totale opbrengst was 23,75 miljoen euro.
911 Turbo Cabriolet
Afgelopen week zagen we al de 912 en 914 die een sterk resultaat neerzetten, maar een 911 Turbo Cabriolet wist in RM Sotheby’s top tien te belandden. Deze Porsche wisselde voor 680 duizend euro van eigenaar. Nou zul je denken, een 911 Turbo Cabriolet die is toch niet zo bijzonder. Deze wel, want het ging om een 911 van het type 993. En laten daar slechts 14 exemplaren van gebouwd zijn. Een Porsche die eigenlijk niet eens officieel bestond. Alle 14 exemplaren zijn gebouwd door de Exclusive afdeling en kregen een uniek chassisnummer. De 911 in Parijs had slechts 32 duizend kilometer op de teller. Desondanks was de opbrengst een stuk minder dan afgelopen jaar bij dezelfde veiling. Ook toen veilde RM Sotheby’s een 993 Turbo Cabriolet, met 18 duizend op de klok, en die ging voor ruim 1,3 miljoen euro naar een nieuwe eigenaar.
Een andere zeldzame 993 die onder de hamer ging, was een Carrera S Cabriolet. Eveneens een speciale bestelling die door de Exclusive afdeling gebouwd werd. Van eerste eigenaar en 16 duizend kilometer gereden, 269 duizend euro was de opbrengst. De estimate van 350 tot 450 duizend euro was wellicht wat optimistisch.
Resultaten:
1989 Porsche 911 Ruf CTR Clubsport, est. €275.000 – 325.000 €348.125
1971 Porsche 911 S 2.2, est. €80.000 – 100.000 €94.875
1965 Porsche 356 C Cabriolet, est. €145.000 – 175.000 €146.050
2005 Porsche 911 996 GT3 RSR, est. €225.000 – 325.000 €195.500
1970 Porsche 914/6 GT, est. €220.000 – 260.000 €241.250
1965 Porsche 912, est. €40.000 – 70.000 €92.000
1995 Porsche 911 993 Turbo Cabriolet, est. €625.000 – 725.000 €680.000
1977 Porsche 911 930 Turbo, est. €150.000 – 175.000 €143.750
2002 Porsche 911 996 GT2, est. €100.000 – 150.000 HB €80.000
2008 Porsche 911 997 GT2 Clubsport, est. €150.000 – 175.000 €163.875
1994 Porsche 911 964 Turbo 3.6 X88, est. €250.000 – 300.000 €275.000
1989 Porsche 911 Speedster, est. €275.000 – 325.000 €291.875
1975 Porsche 911 Carrera 2.7 MFI, est. €250.000 – 350.000 HB €220.000
1998 Porsche 911 993 Carrera S Cabriolet, est. €350.000 – 450.000 €269.375
Bonhams
Bij veilinghuis Bonhams waren het vooroorlogse klassiekers die de top drie domineerden. Een Fiat Tipo 24/32 Rear-Entrance Tonneau uit 1904 en een 1935 Bugatti Type 57 Torpedo Tourist Trophy waren beide, met een opbrengst van 713 duizend euro, de duurste auto’s op de veiling. Dit duo werd gevolgd door een Bentley 3-Litre Red Label Speed Model Tourer by Vanden Plas uit 1926 die voor ruim 701 duizend euro van eigenaar wisselde. De top drie wordt afgesloten door een Lamborghini Countach LP400 Periscopo uit 1974. 638 duizend euro werd er betaald voor deze Italiaan. Totale opbrengst was 14,9 miljoen euro.
Porsches
Klassieke Porsches sierden de lijst en de 356 Speedster bracht het meeste op. Een volledig matching numbers 911 Carrera RS 2.7 Touring, volledig gerestaureerd door Porsche Centre Geneva, haalde de minimumprijs niet.
Resultaten:
1961 Porsche 356 B Coupé, est. €75.000 – 85.000 €79.350
1965 Porsche 911, est. €150.000 – 200.000 €164.450
1973 Porsche 911 Carrera RS 2.7 Touring, est. €650.000 – 850.000 HB €550.000
1956 Porsche 356 A 1600 Speedster, est. €340.000 – 380.000 €339.250
1957 Porsche 356 A 1600 Speedster, est. €260.000 – 340.000 €293.250
1964 Porsche 356 SC Cabriolet, est. €110.000 – 130.000 €132.250
1967 Porsche 911 S 2.0, est. €130.000 – 180.000 €143.750
1968 Porsche 911 S 2.0, est. €100.000 – 150.000 €97.750
1973 Porsche 911 S 2.4 Targa, est. €140.000 – 180.000 €145.883
1972 Porsche 911 T, est. €80.000 – 100.000 HB €60.000
1985 Porsche 911 930 Turbo, est. €90.000 – 110.000 HB €78.000
Artcurial
Ook bij veilinghuis Artcurial passeerden veel klassiekers de veilinghamer. Franse merken waren sterk vertegenwoordigd. Ook bij dit veilinghuis ging een vooroorlogse klassieker met het hoogste bedrag aan de haal. De eer was voor een 1938 Bugatti Type 57C Coupe Atalante, 2,9 miljoen euro werd er voor de auto betaald. Een van de weinige moderne auto’s op de veiling, een Ferrari FXX, was goed voor ruim 2,6 miljoen. De derde hoogste prijs, 2,4 miljoen euro, werd voor een Maserati A6 GCS/53 Spyder Fiandri & Malagoni uit 1954 betaald. Een domper voor het veilinghuis was het kort voor de veiling terugtrekken van de, met veel tam tam aangekondigde, Ferrari 275P. Deze bijzondere Ferrari had de potentie om de duurste auto ooit op een veiling te worden. Al met al zal het veilinghuis niet klagen, de totale opbrengst was 32 miljoen euro.
Jean-Claude Miloé collectie
Eerder maakten we al gewag van de bijzondere verzameling Porsches van de Fransman Jean-Claude Miloé. Vier Porsches aangevoerd door een 904 GTS. Deze 904 voldeed aan de verwachtingen en ging voor 1,8 miljoen euro naar een nieuwe eigenaar. De andere drie Porsches hadden het moeilijker. Beide 356’s haalden de minimumprijs niet. De 911 Carrera RS werd voor 522 duizend euro verkocht.
1951 356 Pre-A
Een 356 Pre-A 1300 Coupé uit 1951 wist heel wat enthousiasme te creëren. Een zeldzame ‘split-window’ 356, gerestaureerd in Duitsland, maar niet met een matching numbers motor. De estimate van 440 tot 520 duizend euro verdween in het niets en de Porsche werd verkocht voor 894 duizend euro. Een volledig gerestaureerde ‘Knickscheibe’ 356 Pre-A 1500 uit 1954 haalde de minimumprijs niet. Deze Porsche had 44 duizend miles op de teller staan. Een volledig origineel en matching numbers exemplaar wat in Texas in een schuur aangetroffen werd alvorens voor 200 duizend dollar gerestaureerd te worden.
Resultaten:
1964 Porsche 904 GTS, est. €1.400.000 – 1.800.000 €1.828.000
1963 Porsche 356 B Carrera 2 GT Coupé, est. €800.000 – 1.200.000 HB €620.000
1959 Porsche 356 A Carrera 1600 GS Cabriolet, est. €600.000 – 800.000 HB €520.000
1973 Porsche 911 Carrera RS 2.7 Touring, est. €550.000 – 650.000 €522.000
1989 Porsche 911 930 Turbo Cabriolet, est. €140.000 180.000 €156.600
1989 Porsche 911 Speedster, est. €160.000 – 200.000 HB €140.000
1970 Porsche 911 T Targa, est. €60.000 – 80.000 €87.000
1954 Porsche 356 Pre-A 1500 Coupé, est. €180.000 – 280.000 HB €160.000
1951 Porsche 356 Pre-A 1300 Coupé, est. €440.000 – 520.000 €870.000
1984 Porsche 911 930 Turbo, est. €110.000 – 140.000 €127.600
1972 Porsche 911 S 2.4 Targa, est. €130.000 – 160.000 €156.600
1997 Porsche 911 993 Ruf CTR2, est. €480.000 – 620.000 €556.800
1985 Porsche 962 C, est. €1.300.000 – 1.600.000 HB €950.000
Alle prijzen zijn inclusief toeslagen tenzij anders vermeld. HB is hoogste bod, auto niet verkocht.
Stabiel
De prijzen zijn stabiel gebleven en sommige auto’s lijken uit de gratie te raken, zoals de ’73 Carrera RS. Hier is een estimate vanaf 600 duizend euro, voor de Touring variant, duidelijk te hoog gegrepen. De creaties van Aloïs Ruf bleken gewild en de juiste 911 S en 356 blijven ook sterk. Al kan het met de 356 alle kanten op, blijkt wel uit de Carrera 2 GT en de Pre-A uit 1951.
Foto’s: RM Sotheby’s, Bonhams, Artcurial