Daar de te overbruggen afstand naar de Cévennes zo’n 1150 km bedraagt hebben wij de route voor u in twee etappes gesplitst. Het eerste deel brengt u in 8 uur naar de omgeving van Dijon, in het hart van de Bourgogne en vlakbij het beroemde Clos Vougeot. Dit is het beste wijnproducerende gebied in het hart van de Bourgogne.
Na bijna drie uur gereden te hebben via de A26/E25 wordt u omringd door de Belgische heuvellandschappen met serieuze stijgingspercentages. De Autoroute du Soleil laat uw Porsche energiebron zeker snorren van tevredenheid. Nabij de Vallei van de 7 kastelen kunt u, na zo’n 400 km gereden te hebben, in Luxemburg tanken. De benzine is hier nog steeds vele dubbeltjes goedkoper. Vanaf het moment dat u de grens met Frankrijk passeert lijkt het wel of alle hellingen tot aan uw eerste hotel 4% bedragen. De laatste 6 km vanaf de péage naar uw hotel wordt gelukkig typisch Frans en pittoresk. Weg van de snelweg via een korte route touristique.
Château de Gilly is de voormalige residentie van 14eeeuwse monniken. Het heeft een authentiek 14e– 16eeeuws karakter dat ook weerspiegeld wordt in haar grachten, de Franse tuinen en de eetzaal met een prachtig gewelfd authentiek plafond. Alle kamers van Château de Gilly hebben een elegante inrichting met stijlvolle meubels en bieden een mooi uitzicht over de imposante tuinen die vol staan met prachtige kunst, het dorp of rivier de Vouge. Restaurant Le Clos Prieur heeft 3 sterren in de gids Gault & Milau 2010 en biedt regionale gastronomische gerechten. Het is gevestigd in een voormalig 14eeeuwse wijnkelder met een buitengewoon architectonisch ontwerp. U kunt deze natuurlijk ook gewoon bezoeken om de beste wijnen uit de Bourgogne te kunnen proeven.
De route van de ‘Corniche des Cévennes’ is een uniek spektakel van ‘kleine heuvelruggen en dalen’ van de Cevense valleien gelegen tussen Florac en St-Jean-du-Gard. U rijdt hier door de hoogste plaatsen van de Cevennen. Deze route behoort daarom ook tot een van onze favoriete routes. U kunt hier makkelijk ieder jaar terugkeren en toch iedere keer weer nieuwe spannende wegen bedwingen. Over de corniche loopt een weg, die bereikbaar is vanaf Florac via de D907. De route loopt in westelijke richting vanaf Florac over de N106, de D964over de D13 via Barre-des-Cévennes en via de D9 naar Saint-Jean-du-Gard. Vanaf Florac loopt de weg ook in oostelijke richting via Saint-Laurent-de-Trèves over de D983 en de D9 naar Saint-Jean-du-Gard. De route is ongeveer 60 kilometer lang.
Op 900 meter hoogte, op de hellingen van de Mont-Lozère, ligt het kuuroord van Bagnols-les-Bains, dat overigens al bekend was bij de Romeinen.
Barre des Cévennes
Barre is een zeer typerend hooggelegen dorpje waar vanuit u ook de Cevennen in kan via de Vallée Française.
Le Collet de Dèze
De ‘vallée longue’ (lange vallei) en de vallei van La Mimente neemt u via de rijksweg 106 langs prachtige panorama’s mee naar Florac.
Gorges du Chassezac
De kolkende rivier in een grote canyon, ten noorden van La Garde-Guérin, biedt een boeiend uitzicht op de watervallen en op een steile helling van 300 meter uitkomend in de ‘Marmites du Diable’ (erosieketels of duivelsketel). Mocht u hier tijd nemen voor een korte wandeling door het kreupelbos en over een beekje dan komt u hier vast en zeker tijm en wilde lavendel tegen.
Tweedaagse variatie op uw route
Via Argeliers via de D27E3 en de D32 naar Viols-le-Fort. U vervolgt uw route naar La Cadière en via de D153, D11 en de D291 rijdt u naar Saint Bresson en u vervolgd uw route over de D110 naar Le Vigan. Via de D999 en de D153 naar Saint-Romain-de- Cordières. U volgt de D153, D11 en de D291 naar Saint-Bresson en via de D110 naar Le Vigan. Nu volgt u de D48 naar Vallée-de-la-Buègues en Mont-Saint-Baudille en via de D32 naar Viols-le-Fort. U volgt hier de D32 en de D27E1 naar Argeliers. Wij adviseren u om hier voorafgaand aan uw trip alvast een charmant hotel te reserveren. La Bastide Cabezac is een charmant klein hotel met een prima kaart.
De volgende ochtend neemt u vanuit Argeliers de D27E1, de D27E3, de D32 en de D127 naar Murles. Daarna volgt u de D127, de D127E6 en de D111 naar Vailhauquès. Vanuit Vailhauquès via de D999 en de D986 naar Valleraugue. Dit is zo’n 75 kilometer. Vrijwel elke route die u nu neemt naar Valleraugue is prachtig. U kunt dus eigenlijk niet verkeerd rijden. Vanuit Valleraugue rijdt u via D10 en de D907 naar Saint-André-de-Valborgne. Via de D907, D10 en de D193 naar Les Plantiers. Via de D20 en de D152 over een zeer uitdagende en wederom prachtige route naar Notre-Dame-de-la-Rouvière. Via de D986 rijdt u nu eventjes richting het noorden. Over de D10 met mooie kronkelwegen en vergezichten en via een klein stukje over de D907 rijdt u terug naar Valleraugue en Saint-André-de-Valborgne. Via de D907 en de D20 rijdt u weer naar Les Plantiers. Over de D20, D152, D20 en D152 en de D152A terug naar Notre-Dame-de-la-Rouvière. U rijdt nu via de Vallée-de-la-Buègues naar Mont-Saint-Baudille, het eindpunt van uw aanvullende tweedaagse tour.
Twee korte variaties op de ‘Corniche des Cévennes’
Via de N106 rijdt u naar Quézac waarna u de D907bis naar Montbrun neemt en via de D16 komt u weer in Florac. Dit is een adembenemde en zeer afwisselende route met vele haarspeldbochten en indrukwekkende panorama’s.
U volgt de N106 richting het zuiden en u rijdt via La Salle-Prunet naar Saint-Julien-d’Arpaon. U rijdt nu een fantastische en uitdagende lus via Le Bougés, Mijavols en Pierrefort.
Begin 2020 verschijnt het tweede deel in de boekenreeks van roadtrips van de hand van Alexander Snijdewind. Het eerste deel verscheen dit najaar en beschreef een 7 daagse roadtrip in Schotland. Het tweede deel gaat een 5 daagse route in de Cévennes beschrijven. Deze zijn dan natuurlijk verkrijgbaar in onze nieuwe Vierenzestig shop.