Na het publiek maken van alle informatie en foto’s rondom de nieuwste Porsche 911 (991) Turbo is het eigenlijk alleen maar logisch dat we even stilstaan bij het alweer veertigjarig bestaan van de Porsche 911 Turbo. In dit eerste artikel van twee nemen we jullie mee door de luchtgekoelde jaren van de 911 Turbo.
911 Turbo prototype (1973)
Het begon allemaal in 1973 met een eenvoudige Porsche 911S, op dat moment het dagelijks vervoer van Porsche-man Helmuth Bott. Dit was de eerste 911 waar een turbo-blok in werd gehangen, en die de welbekende uitgeklopte wielkasten en whale-tail kreeg. De auto werd later getoond in Parijs en Tokyo’s tijdens diens befaamde autoshows.
930 3.0 Turbo (1974-1978)
Nog voordat de 911 in serieproductie ging, kreeg Louise Piëch in 1974 een one-off 911 Turbo cadeau. Opvallend is dat deze 911 geen widebody heeft, in tegenstelling tot het latere productiemodel. Twee maanden later werd het officiële productiemodel gepresenteerd, en begin 1975 rolde de eerste auto’s van de band.
De productieversie, beter bekend als 930 Turbo, en was gebaseerd op de 3,0-liter uit de Carrera, waarop turbo-techniek uit de 917/30 Can-Am werd toegepast. Het vermogen bedroeg 260 pk, waarmee je in 6,1 seconden naar de 100 sprintte. De top bedroeg 246 km/h. Anders dan we nu zijn gewend werden alle pk’s overgebracht op de achteras.
930 3.3 Turbo (1978-1989)
Vanaf 1978 bedroeg de motorinhoud van de Turbo 3,3 liter en werd een intercooler toegepast. Dat resulteerde in een hoger vermogen van 300 pk. De whale tail werd aangepakt en wat hoger geplaatst vanwege eerdergenoemde intercooler. De auto werd ook eindelijk voorzien van volwassen remmen, iets wat op de eerste generatie een groot gemis bleek. Vanaf 1983 kon de auto op bestelling worden geleverd met meer vermogen, namelijk 330 pk.
964 Turbo (1991-1994)
Van de 964, die de 930 opvolgde in 1989, werd in 1990 een Turbo-variant geïntroduceerd. De auto herbergde een doorontwikkelde variant van dezelfde 3,3-liter motor die in de vorige generatie was te vinden, deze keer gekoppeld aan een vijfbak. Het blok bracht 320 pk voort, 20 pk meer dan zijn voorganger.
Het was ook deze generatie die voor het eerst een S-versie van de Turbo kende. Die werd in 1992 geïntroduceerd en schopte het tot 380 pk. Van deze generatie zouden er maar zo’n 80 worden afgeleverd, want in 1993 werd de 3,3-liter opgevolgd door een 3,6-liter Turbo, die 360 pk voortbracht. Ook van deze Turbo kwam een S-variant, die het 385 pk wist te brengen. Andermaal was de S erg exclusief, want ook hiervan werden minder dan 100 gebouwd.
993 Turbo (1995-1998)
Waar zijn voorganger een belangrijke rol speelde doordat bij dat model voor het eerst onderscheid werd gemaakt tussen de Turbo en Turbo S, is de 993 Turbo een nog veel belangrijkere rol toe te schrijven: het is namelijk de eerste 911 Turbo die over vierwielaandrijving beschikt. Ook in deze 911 werd de 3,6-liter krachtbron gebruikt, maar met de voor het eerst geïntroduceerde dubbele turbo met intercoolers werd maar liefst 408 pk op de vier wielen gebracht. De auto was bovendien voorzien van watergekoelde cilinderkoppen. Het bodywork van de auto is aan beide zijden maar liefst 6 cm breder dan dat van zijn ongeblazen broertjes.In 1997 werd ook van deze Turbo een S-variant geïntroduceerd. Deze bracht maar liefst 450 pk voort.