Ter gelegenheid van het honderdjarig jubileum van de 24 Uur van Le Mans werd in het museum bij het circuit een geweldige expositie samengesteld, die nog tot en met 2 juli te zien is. Zo’n unieke collectie auto’s komt waarschijnlijk nooit meer bijeen, dus wie de kans heeft, absoluut gaan zien! Vierenzestig.nl legde de Porsches vast.
Niet minder dan 80 raceauto’s van 28 verschillende merken werden bijeengebracht om in het Musee Automobile de la Sarthe, naast de hoofdingang van het circuit, een expositie samen te stellen om het jubileum van de 24 Uur van Le Mans in stijl te vieren. Geweldig: in de selectie bevinden zich maar liefst 59 auto’s die ooit als winnaar van de 24-uursrace werden afgevlagd. Er kwamen auto’s uit de collecties van 15 musea en 17 particuliere verzamelaars van over de hele wereld, waarbij ook tal van fabrikanten welwillend medewerking verleenden.
De selectie begint met auto’s uit de vroegste periode van merken als Chenard & Walcker, Lorraine-Dietrich en Bugatti, via Alfa Romeo’s uit de jaren dertig en een Ferrari uit 1949. Ook de eerste Porsche die in Le Mans aan de start stond is te zien: de 356 SL van de Franse importeur Auguste Veuillet en zijn teamgenoot Edmond Mouche, die in 1951 deelnam, pas drie jaar na oprichting van Porsche als zelfstandige sportwagenfabrikant. De auto was direct goed voor een klasse-overwinning.
Modellen als de Porsche 904, 906 en 908 zijn niet te zien, maar wel de rood-met-witte Porsche 917 van Porsche Salzburg, waarmee Hans Herrmann en Richard Attwood in 1970 de zo lang verwachte eerste overwinning voor Porsche in Le Mans binnenhaalden. Zoals bekend is dit een “Kurzheck”, er tegenover staat een voorbeeld van een “Langheck” in de vorm van de Gulf-917, die Jo Siffert en Derek Bell in de 24 Uur van Le Mans van 1971 bestuurden. Het verschil tussen de beide auto’s is enorm.
Natuurlijk ontbreekt ook de wit met rood en blauwe Martini-Porsche uit 1971 niet, de auto waarmee Gijs van Lennep en Dr. Helmut Marko in dat jaar in Le Mans wonnen en een afstandsrecord vestigden, dat tot 2010 stand zou houden. Er zijn meerdere replica’s van deze auto, maar net als alle andere auto’s in de expositie in Le Mans is dit “the real deal”, wat de expositie zo bijzonder maakt.
Twee andere Martini-Porsches in de tentoonstelling verdienen zonder meer het predikaat “indrukwekkend”, allereerst de open 936/77, waarmee Jacky Ickx, Jürgen Barth en Hurley Haywood in dat jaar de 24 Uur van Le Mans wonnen, en daarachter de Porsche 935/78, bijgenaamd “Moby Dick”, een van de meest extreme 911’s met een zescilinder turbomotor die goed was voor 845 pk. Manfred Schurti en Rolf Stommelen eindigden met deze auto in 1978 als achtste tijdens de 24-uursrace.
Ook de “Jules”-Porsche 936/81, de winnende auto van Jacky Ickx en Derek Bell uit 1981 is te bewonderen. In afwachting van het nieuwe groep C-reglement, dat in 1982 van kracht zou worden, had Porsche voor dat jaar aanvankelijk geen plannen voor een inschrijving in de hoogste klasse, maar te elfder ure kreeg technicus Norbert Singer de opdracht om een 936 uit de collectie te halen en voor te bereiden voor de 24-uursrace. Sponsor “Jules” was overigens een eau-de-toilette voor heren van Christian Dior.
Met de komst van Groep C als basis voor de hoogste klasse in de lange-afstandsracerij in 1982 begon een unieke succesreeks voor Porsche met de modellen 956 en 962, die de succesvolste Porsche-raceauto’s werden. Al in 1982, bij het eerste optreden in Le Mans, was het raak, met de eerste drie plaatsen voor de drie fabrieks-956’s in de blauw-witte kleurstelling van Rothmans, bovendien keurig op volgorde van de startnummers 1, 2 en 3. De winnende 956 van Jacky Ickx en Derek Bell uit 1982 staat in de tentoonstelling.
In 1984 en 1985 won het Duitse Joest-team met de 956 in de kleuren van New Man, twee keer hetzelfde chassis. Ook deze auto is in het museum te vinden, evenals de beide 962’s die in 1986 en 1987 wonnen, beide jaren met Derek Bell, Hans-Joachim Stuck en Al Holbert als coureurs.
In 1996 en 1997 won Joest Racing opnieuw twee keer met hetzelfde chassis, de WSC-95, een open prototype dat oorspronkelijk door het Britse Tom Walkinshaw Racing als Jaguar gebouwd was, maar door Joest werd voorzien van een Porsche-motor en daarmee zeer succesvol was. In 1996 wonnen Davy Jones, Alex Wurz en Manuel Reuter, het jaar erop ging de overwinning naar Michele Alboreto, Stefan Johansson en Michele Alboreto, Stefan Johansson.
De 911 GT1 was in het FIA GT-kampioenschap van 1998 vrijwel kansloos tegen de nog extremere Mercedes, maar Porsche won in dat jaar, waarin het merk het halve-eeuwfeest vierde, wel de 24 Uur van Le Mans met de 911 GT1 met Stéphane Ortelli, Laurent Aiello en Allan McNish. Ook deze auto is te zien.
Het meest recente hoofdstuk in het succesverhaal van Porsche wordt gevormd door de drie overwinningen op rij met de 919 Hybrid in de jaren 2015, 2016 en 2017. De drie winnende auto’s maken eveneens deel uit van de tentoonstelling: de witte uit 2015 van Nico Hülkenberg, Earl Bamber en Nick Tandy, de zwarte uit 2016 van Romain Dumas, Neel Jani en Marc Lieb en de wit-met-zwarte uit 2017 van Earl Bamber, Timo Bernhard en Brendon Hartley.
De expositie, met naast alle Porsches nog een enorme keuze aan andere fantastische auto’s (we noemen, zonder aanspraak op volledigheid, Bentleys, Ferrari’s 125MM, 250 TR, 250 GTO en 250 LM, de Jaguar D-Type, Ford GT40, Matra’s, RenaultA442B, Rondeau, de winnende Jaguar XJR-9 van Jan Lammers, de Mazda 787B, Peugeots 905 en 908, een heel regiment Audi’s en de winnende Toyota’s van de afgelopen vijf jaar), is nog tot en met zondag 2 juli (de afsluitende dag van het vierdaagse evenement Le Mans Classic) te bewonderen, iets wat we met klem en zeer van harte aanraden!
Foto’s: Rebocar/R. de Boer