Porsche is weliswaar groot geworden met een sportwagen waarvan het motorblok aan de verkeerde zijde van de achteras is gepositioneerd, maar anno 2013 is de Duitse autobouwer juist in het middenmotorsegment heer en meester. Een zomerse rit met de Boxster S onderstreepte deze conclusie.
Het is een goed bewaard geheim dat Nederland beschikt over het perfecte klimaat voor de moderne cabriorijder. De koudste winterdagen daargelaten, evenals het stormachtige herfstseizoen, ligt de temperatuur goeddeels tussen de 10 en 25 graden en is de hoeveelheid neerslag ook te overzien.
Waar beter dan in ons eigen land op pad te zijn met de nieuwe Porsche Boxster S (type 981)? Ik zeg wel ‘nieuw’, maar het is alweer achttien maanden geleden dat op de Autosalon van Genève het doek werd getrokken van Porsche’s instapmodel. En ook die term kan de lading amper dekken, want met een prijs van onze testauto van bijna 90 mille kun je bezwaarlijk spreken van een instapmodel.
Generaties
Deze Boxster is alweer de derde, volledig nieuwe versie van de roadster die Porsche in de afgelopen twee decennia lanceerde. In 1993 toonde het kwakkelende Porsche een conceptversie van de Boxster (een samentrekking van Boxermotor en roadster). Vanwege de enthousiaste reacties van het toegestroomde publiek, was de beslissing om een productieversie te ontwikkelen snel genomen. Dit gold niet in de laatste plaats omdat het modellengamma op dat moment slechts bestond uit één type: de 993. Wilde Porsche ook in de 21e eeuw een toekomst tegemoet kunnen zien, dan moest het Duitse merk snel meer kopers aan zich binden.
Tegen deze achtergrond zag de Porsche Boxster (type 986) in 1996 het levenslicht. Aanvankelijk was de cabriolet slechts in één uitrustingsvariant beschikbaar met een weinig krachtige 2.5 liter zescilinder boxermotor. Bij een tussentijdse facelift in 2000 werd de Boxster S met een 3.2 liter zescilinder aan het gamma toegevoegd en promoveerde het motorblok in de reguliere Boxster naar een 2.7 liter sterk exemplaar.
De verschillen tussen de eerste generatie van de roadster en de inmiddels gelanceerde 996 – de 911 van dat moment – waren alleen voor het meest geoefende oog zichtbaar. Met de introductie van de tweede generatie van de Boxster en Boxster S (type 987) in 2005 besloot het Duitse merk de roadster een meer eigen gezicht te geven. De marketeers van Porsche zullen je vertellen dat de styling van de Carrera GT als inspiratiebron diende.
Koninklijk
Daarmee beland ik aan op een zonnige zomerochtend in 2013. De sterkste modelvariant van alweer de derde generatie van Porsche’s roadster staat voor me in een welhaast koninklijk donkerblauw metallic. Het staat ‘m onverwacht goed. Het interieur is daarentegen minder fantasierijk uitgevoerd in het bekende zwarte leder. Porsche kopers zijn nu eenmaal zelden in progressieve kringen te vinden.
De kleur van het interieur maakt echter niet dat het slecht toeven is in de Boxster S. Geheel in tegendeel. Zoals ik enkele maanden geleden al optekende na een geslaagde rit in zijn dichte broertje, de Cayman S, heeft Porsche qua interieur een reuzensprong gemaakt ten opzichte van eerdere generaties. Het dashboard is doelmatig ingericht en presenteert de bestuurder op overzichtelijke wijze met alle noodzakelijke informatie. Alle knoppen en schakelaars bevinden zich binnen handbereik op de oplopende middenconsole. De materiaalkeuze is hoogwaardig en goed afgewerkt. Kortom, ik hou het graag een dag uit in deze auto.
Aan de buitenzijde heeft de huidige generatie van Porsche’s kleinste zijn pubertijd achter zich gelaten en een geheel eigen identiteit aangemeten. De vrouwelijke rondingen van eerdere generaties zijn verruild voor meer vierkante, sportievere en mannelijkere vormen. De koplampen zijn een knipoog naar de 917 Le Mans racer, de grote luchtinlaten aan weerszijds van de auto brengen – opnieuw – de Carrera GT in gedachten en de in de achterlichten doorlopende spoiler is een mooie designvondst van Michael Mauer en zijn ontwerpteam.
Feest der herkenning
De eerste handeling nadat we instappen is een handbeweging naar de middenconsole, waar de knop van de dakbedekking is gehuisvest. Zeven seconden later is het dak verdwenen en dringt de zomerzon het interieur binnen. Ik betrap mezelf onmiddellijk op het stellen van de vraag waarom ik ook alweer geen cabrio rij… dit is wel heel verleidelijk.
De rit is enerzijds een feest der herkenning na mijn eerdere rit met de Cayman en anderzijds toch op een aantal onderdelen noemenswaardig anders. Neem bijvoorbeeld de semi-automatische versnellingsbak (PDK). Betreurde ik na mijn rit in de Cayman de afwezigheid van de pure sportwagenbelevening die een handbak met zich brengt, in de Boxster mis ik ‘m geen moment. Zelf schakelen is maar een irritante afleiding tijdens het cruisen door het Gelderse landschap.
Opvallend is ook de comfortabelere rijbeleving in de Boxster ten opzichte van zijn gesloten stalgenoot. Hij is nadrukkelijk minder hard geveerd dan de Cayman en ook in de carrosserie is een tikkeltje meer beweging merkbaar. Het past echter bij de Boxster. Wordt de 911 (de GT2/GT3-varianten daargelaten) door Porsche – niet in de laatste plaats vanwege het oudere koperspubliek – steeds nadrukkelijker gepositioneerd als een gran tourismo en is de Cayman steeds meer een échte sportwagen, zo is de Boxster de auto geworden om op ontspannen wijze de Zuidfranse kust- en bergwegen mee af te struinen.
Kunstjes
Dat betekent echter niet dat de Boxster – zeker in de 3.4 liter “S” variant – geen kunstjes kent. Ben je dat cruisen namelijk helemaal zat, dan is er niet veel meer nodig dan de Sport Plus knop in te drukken, de flippers achter het stuur in eigen hand te nemen en een trappende beweging van je rechtervoet om met een luide brul alle 315 paarden los te laten op het wegdek. Ondanks het neutrale en veelal voorspelbare weggedrag dat samenhangt met het middenmotorconcept, slaagde ik op bochtige wegen erin de achterzijde zo nu en dan te laten uitbreken. Porsche is de ‘fun factor’ niet vergeten, al staat als een paal boven water dat dit chassis tot veel meer in staat is.
Hebben je medeweggebruikers je even niet gezien en wordt het tijd voor een noodgreep? Geen punt. Remmen gaat de Boxster S namelijk evenzo goed af als accelereren, ook zonder de optioneel verkrijgbare keramische remschijven. En ja, de elektronische bekrachtigde besturing is ten opzichte van eerdere generaties wellicht een beetje minder gevoelig, maar nog altijd scherp en precies. In het totaalplaatje van de Boxster S is deze niet misplaatst.
Verslavend
Het leed is bovendien snel vergeten, wanneer je al rijdend met een geopend cabriodak wordt getrakteerd op de geluiden die uit het achtersteven van de Boxster ontsnappen. De toefjes tussengas die met het handmatig terugschakelen van de PDK-bak gepaard gaan, zijn zelfs ronduit verslavend. Ook de akoestisch ingestelde Porsche liefhebber komt met deze Boxster S volledig aan zijn trekken.
Het mag dan ook geen verrassing zijn dat ik na een dag sturen de sleutels van de Boxster S met frisse tegenzin weer inlever. De zomerzon en de geopende kap leverden zo hun bijdrage, maar uiteindelijk was het vooral de auto zelf die leidde tot een fijne dag om op terug te kijken. De combinatie van een middenmotor, voorbeeldig weggedrag en een in- en exterieur om je vingers bij af te likken blijft lastig te verslaan.
(Foto’s: Geert Smit, Bewerking: Peter Eigenraam. Met dank aan Porsche Centrum Gelderland voor de sleutels van de Boxster S.)