Thomas Schmitz, een van de grootste Porsche-handelaren van Duitsland, kan de anekdote smakelijk vertellen. Hoe hij in de jaren tachtig ooit bezoek kreeg van twee studenten uit Nederland die kwamen kijken voor een Porsche 911. De ene heette Johan Groothuis en de andere was een zekere Eric Wolbert. Ze hadden naar eigen zeggen net niet genoeg gespaard om de vraagprijs te betalen voor de 911 die hij te koop aanbood en vroegen of er nog iets van de prijs af kon. Schmitz vond het zo charmant dat beide jongemannen kennelijk zo verliefd waren van een van zijn Porsches dat hij zwichtte en wat van de prijs afdeed. “Pas later hoorde ik dat ze met rokende banden richting Porsche-handelaar Theo Jansen reden, een provisie opstreken en een dag later alweer Duitsland afschuimden op zoek naar mooie en betaalbare Porsches”, vertelt Schmitz lachend.
Eric Wolbert begon een eigen zaak in Achterveld en is daar anno 2016 nog flink druk mee. Johan Groothuis ging bij een bank werken en maakte aldaar carrière. Maar Porsches jagen bleven beide heen doen. Eric beroepsmatig en Johan voor de hobby. De heren hebben mooie avonturen beleefd. “Ik weet nog goed die keer dat we afspraken ergens in Duitsland met een of andere sportschooljongen in een enorme BMW 7 Serie”, vertelt Johan. “Hij had een Carrera 3.2 te koop en pikte ons op bij een tankstation. Hij stopte achter ons, kraakte bijna mijn hand toen hij ‘m schudde en zei dat we achter hem aan moesten rijden. Toen hij aan kwam rijden zagen we dat hij nogal agressief reed en ook toen hij achteruitreed om ons voor te gaan, gaf hij flink gas. Daarbij knalde hij zo hard op een betonnen paal dat de hele achterkant van de auto in de lucht hing. Met een krik hebben we de auto losgekregen, daarna reden we naar zijn huis om de Porsche te bekijken. Het was helemaal niets, de auto had nooit een beurt gehad en had een ton meer gelopen dan hij ons wijs wilde maken. Toen ik hem dat vertelde was ik bang dat we een portie klappen zouden krijgen, maar gelukkig liep het met een sisser af.”
Groothuis kocht altijd Duitse kranten en spelde de auto-advertenties. “De Rheinische Post was mijn inkoopbijbel”, aldus Groothuis. “Ik woon vlakbij de Duitse grens, dus die had ik altijd snel opgehaald. Ook de Frankfurter Allgemeine bevatte veel auto-advertenties. In Noord-Duitsland kwam ik weinig. Om de een of andere reden zat de handel daar een beetje vast. Maar het Ruhrgebied was prima voor de inkoop van tweedehands Porsches.” De heren reden dan ook heel wat keren als een soort cowboys heel Duitsland door met een grote zak geld. “Alles ging cash”, vertelt Johan. “Er was nog geen IBAN en bovendien kon je mensen met een hoop D-marken soms net dat laatste zetje geven voor wat betreft de verkoop. Sommige mensen wilden ook wel erg graag van hun auto af. Ik herinner me een dame die zichzelf ook in de aanbieding deed. Maar uiteindelijk hebben we beide aanbiedingen beleefd afgeslagen. De Porsche was helemaal niets en “zij had ook betere tijden gekend.”
Volgens Johan gingen de heren vooral op zoek naar de betere particulier. “Daar viel nog wel eens iets te halen voor niet al teveel geld”. Duits leerden we al op de lagere en middelbare school, dus we konden ons uitstekend redden. Die Duitsers vonden dat raar, maar ook wel weer charmant. En we konden het dus ook prima volgen als er in de keuken overlegd werd over een bod dat we hadden gedaan. Omdat we er uitzagen als keurige studenten, werden we vaak hartelijk ontvangen. Veel autokopers hadden vaak zeg maar een iets andere uitstraling, als het niet al keiharde zigeuners waren. Dus als er al meer mensen met een bepaalde Porsche bezig waren, dan wisten we die strijd wel vaak te winnen. Toch was niet elke rit raak. Ik denk dat we gemiddeld drie keer voor niets reden. Vaak werden de zaken anders voorgespiegeld en soms was er helemaal geen auto. Een keer zijn we bijna beroofd in Keulen door een kerel die eruitzag als Demis Roussos. Hij was gekleed in het wit en had cowboylaarzen, maar geen auto te koop. Hij wilde alleen maar ons geld afpakken.”
Wanneer een auto eenmaal was gekocht, monteerde Groothuis twee garageplaten en vervolgens reden ze ermee naar Nederland. “Ik had die groene platen in het geel laten maken, want dat viel minder op. Niet dat we iets illegaals deden, maar we hadden gewoon geen zin om steeds aangehouden te worden. Dat ging niet altijd goed. Ooit kocht ik drie 3.0 liter Turbo’s tegelijk uit 1976. Twee rode en een witte. Daarmee zijn we wel een keer aangehouden op de A35. Maar dat kwam vooral doordat we drie dezelfde kentekens hadden. Die agenten snapten er niets van en toen we zeiden dat dit in Nederland gewoon legaal was, mochten we weer gaan. Waarschijnlijk hadden ze gewoon geen zin om het helemaal uit te zoeken.”
De liefde voor auto’s zat er bij Johan Groothuis al vroeg in. “Ik ben opgegroeid in Enschede aan de Minkmaatstraat en we hockeyden altijd buiten. Maar als onze buurmannen eraan kwamen, moesten we altijd even plaats maken. Onze buren waren namelijk de gebroeders Robers, eigenaren van een textielbedrijf en ze waren helemaal autogek. Herman Robers had een Ferrari Daytona 365 GTB met kenteken 51-VX-59 en zijn broer Henk een 1973 Carrera RS met kenteken 41-BD-41. Die auto was van Bert Dolk geweest en destijds kon je nog een kenteken krijgen met je eigen initialen erin. Henk Robers was de tweede eigenaar en als de heren langs kwamen rijden, stonden we met bewondering te kijken. Het afstelwerk deden ze in de Kotkampweg, een rustige zijstraat waar ze dan heen en weer reden. Prachtig vond ik het. Toen Henk Robers stierf, wilde ik niet meteen een week later voor die auto bij zijn weduwe aanbellen, maar toen ik het een tijdje later wel deed, was die auto al weg. Inmiddels is deze auto onderdeel van de collectie van Albert Westerman. De Ferrari kon ik nog wel kopen gelukkig.”
Toen Johan zijn rijbewijs haalde, kocht hij meteen een Golf GTI. Daarna volgde zijn Engelse periode met auto’s als een Triumph TR6 en Jaguar MK II. Ook ging hij met racevrienden mee naar de Coppa Italia, de voorloper van de Mille Miglia. “Daar zag ik oude Porsches, Jaguars en Ferrari’s vol gas door Italië scheuren en ik vond het prachtig. Op een gegeven moment ontmoette ik Theo Jansen, een handelaar in tweedehands Porsches in De Wijk, ten noorden van Zwolle. Het klikte wel aardig en ik begon voor hem naar Porsches te speuren. Ik deed het vooral voor de hobby. Vaak als ik een auto had opgehaald, vond hij het ook prima als ik ‘m een paar weken later afleverde, dus ik had eigenlijk altijd een 911 voor de deur. Hij stuurde me nooit op pad naar een auto die hij zelf had gevonden, maar vroeg me soms wel om een specifiek model. Dan moest ik zoeken naar een Targa of een Turbo of zo, omdat hij daar een klant voor had.”
Volgens Groothuis had Theo Jansen – die na een kortstondig verblijf in Zwolle met zijn bedrijf ruzie kreeg met de belastingdienst en naar Bali vluchtte – een goed gevoel voor Porsches. Hij had trends, types en kleuren van Porsches goed door. Hij dacht anticyclisch en samen met zijn vrouw vormden ze een goed team. Aan de inkoopkant ging het ook wel aardig soepel, want internet bestond niet en niemand wist eigenlijk goed wat een 911 waard was. Wel moest ik keer op keer goed uitkijken dat ik niet belazerd werd. Zo leer je als een van de eerste dingen dat je moet kijken naar de laspunten aan de zijkanten van de motorruimte, want die zijn altijd verdwenen bij een gerepareerde achterschade. Maar je moet ook voelen of er geen lasnaadjes aan de binnenkant zitten, want die sluwe Duitsers lasten gewoon goede motorruimteframes in auto’s die flink in elkaar hadden gezeten.”
“Een van de verhalen die mij ook zo weer te binnen schiet is het verhaal van de Porsche 993 4S van een tandarts uit Bremen. De man bood een Porsche 993 4S te koop aan, zogenaamd een echt schadevrije Porsche. Hij had hem gekocht bij de dealer destijds, facturen en alles aanwezig, maar het was een echte “Gurke”, want wat had dat ding een voorschade gehad. Ik herkende niet origineel spuitwerk onder de kap voor, en hij wilde mij maar niet geloven. Ik heb toen een weddenschap gesloten met hem. Alle kosten van de expertise door de dealer zouden voor mij zijn. Hij ging terug naar die dealer met mijn bevindingen, en toen moesten ze het toegeven, de dealer heeft de Porsche teruggenomen. Ook herinner ik me nog goed de Porsche 993 4S van de eerste eigenaar, een Bundeswehr-generaal, die zijn Porsche ‘Ab Werk’ in de kleur NATO Grün had laten spuiten. Niks gewrapped, gewoon vanaf de fabriek in die matte kleur legergroen, een van de mooiste 4s’en die ik ooit heb gezien. Ik heb ook eigenaren zien huilen. Zoals destijds de eigenaar van een Polar-silbernen Porsche 993 coupé in Krefeld, een Porsche 993 met alle extra’s – tapijtjes op de vloer, in nieuwstaat, zeldzaam mooi, maar de man moest de Porsche van de hand doen van zijn vrouw. Hij zat namelijk elke avond alleen nog in de garage, en in de weekends bezocht hij Porsche-meetings. In de garage, tijdens het demonteren van zijn Wunsch-Kennzeichen brak hij, wat een verdriet.”
Tegenwoordig is het volgens Groothuis vooral een kwestie van letten op originaliteit. Ik zoek ook naar bijzondere Ferrari’s en daar wordt van sommige bijzondere modellen al gezegd dat van de 400 geproduceerde exemplaren van een bepaald model en nog 700 over zijn. En bij Porsche zie je ook steeds meer dat sommige auto’s gewoon worden gecreëerd. Zoals de 911 2.7 Carrera RS en de 356 Speedster. Ik ken iemand die plaatstaal heeft gekocht uit de jaren zestig, zodat bij professioneel onderzoek blijkt dat het niet om een nagemaakte auto kan gaan. En om een Ferrari GTO SWB te maken, hoef je alleen maar het chassis van een GTE met 20 centimeter in te korten. De chassisnummers lopen door elkaar, dus iedereen kan beweren dat zijn GTO een echte is. Gelukkig wordt er wel steeds meer gedegen onderzoek gedaan, zodat dit soort uitwassen hopelijk tot het verleden gaan behoren. Groothuis is blij dat de prijzen van de 911 lijken te stabiliseren. “Sommige auto’s waren echt belachelijk duur aan het worden. Een RS uit 1973 bijvoorbeeld was veel te duur, maar nu lijken de prijzen op een aanvaardbaar niveau voor de auto die het is.” Van een luchtbel is volgens hem echter geen sprake. “Deze term wordt alleen gebruikt door mensen die zelf niet zo’n auto hebben. Een Porsche blijft een goede investering, zeker omdat de rente de komende jaren laag zal blijven. Dat is iets wat ik als ex-bankman wel met zekerheid kan zeggen. Het leuke van de stabilisering van de prijzen is dat mensen nu ook weer gaan rijden met hun Porsche. Nou ja, naar meetings in ieder geval. Het hele gekke is eraf qua prijsontwikkeling en ik denk dat we daar allemaal blij mee moeten zijn.
Als inkoper is het volgens Johan moeilijk om in de huidige hausse goede auto’s te kopen voor niet al teveel geld. “Iedereen kijkt op internet, men neemt de duurste auto als referentie en prijst zijn auto voor ongeveer hetzelfde bedrag. Ze proberen het gewoon. Maar als een auto op internet staat, is het vaak al te laat voor een leuke deal. Veel handelaren en verzamelaars hebben alleen interesse in een auto als deze nog nergens te koop wordt aangeboden. Ik moet dus veel auto’s kopen via mijn netwerk. Maar dat is dan ook vrij groot geworden in al die jaren. Soms word ik gebeld, soms bel ik eens en dan zijn er ook mensen met wie ik al jarenlang contact onderhoud in de hoop dat ze mij als eerste bellen wanneer ze ooit hun auto verkopen. Zoals die kerel in Engeland met een 917, die ik ooit een keer heb geholpen op een circuit. Ooit gaat die man zijn auto verkopen en dan kun je maar beter in zijn telefoon zitten met je nummer. Mijn grote voordeel was en is dat ik vlakbij de Duitse grens woon. Ik zit binnen de kortste keren in Düsseldorf en binnen een uur zit ik in Dortmund. Ik reed vroeger nooit op de duurste auto en ook nooit op de goedkoopste. In het begin ging ik wel vaak voor de goedkoopste in de hoop dat je een keer geluk had, maar het was altijd drama. Tegenwoordig slaan de verzamelaars trouwens weer door de andere kant op. Ze hebben het liefst een auto met zo weinig mogelijk kilometers en het mooiste is het wanneer er nooit is gesleuteld aan een auto. Sommige verkopers bieden hun auto zo aan, maar dat is natuurlijk pure onzin. Alsof er nooit olie vervangen is. Geloof je het zelf? En als dat zo is, dan is dat niet best voor de auto.
Op de vraag welke Porsches het de komende tijd goed zullen blijven doen, antwoordt hij zonder hapering: ‘de 930 Turbo en dan vooral de vroege 3.0-modellen. Ook de vroege 3.3 uit de beginjaren zal nog wel blijven stijgen, die worden meegezogen in het kielzog van de Oer-Turbo. De 1973 Carrera 2.7 RS blijft het goed doen, maar de prijzen van dat model zijn al enorm hoog. Voor de kleinere portemonnee vind ik de 3.2 en de 964 nog steeds ondergewaardeerd. Voor alle auto’s geldt dat originaliteit of origineel te restaureren staat het allerbelangrijkst is. Samen met matching numbers en de aanwezigheid van een Kardex of Geboortecertificaat. Daarnaast is het belangrijk dat een auto compleet is. Wanneer je op zoek moet naar onderdelen voor een 356 Speedster kun je het vergeten. Voor een 3.2 of 964 is een aantoonbare historie van belang en ook koop ik alleen auto’s die nooit grote chassis-schade hebben meegemaakt. Een spatbord dat vervangen is vind ik geen probleem, maar met een kromme 911 kom je nooit weg.
De afgelopen jaren opereerde Groothuis zoveel mogelijk in de anonimiteit. “Veel auto’s die zogenaamd door handelaren zijn gevonden en waarmee ze mooie sier maken, zijn in werkelijkheid via mij bij hen terechtgekomen, maar ik vond het prima want ik deed het voor de hobby naast mijn werk als manager bij de ING. Dat heb ik 21 jaar gedaan. Maar een aantal jaar geleden werd bij mij uitgezaaide kanker geconstateerd. Op een gegeven moment zeiden de artsen dat ze niets meer voor mij konden doen. Na een aantal zeer ingrijpende operaties, bestralingen en chemokuren heb ik de ziekte overwonnen, maar je gaat wel anders naar het leven kijken. Daarom heb ik vorig jaar gebruik gemaakt van een mooie vertrekregeling en nu ga ik lekker aan mijn auto’s klooien in de tijd die mij nog gegeven is.
Groothuis heeft een 911T uit 1971 die opgeknapt moet worden, maar hij is ook bezig met een Ferrari 365 GT/4 2+2, en een Maserati Quattroporte uit 1968 “Allemaal auto’s die ik ooit kocht voor een appel en een ei, die niemand wilde hebben. Omdat er een tik in de motor zat, of omdat het model toen niet in trek was. En nu zegt iedereen dat ik geluk heb gehad. Helaas zit de mens zo in elkaar. Kennelijk gunt men je het niet als je ergens succesvol mee bent. Ook heeft iemand ooit de belastingdienst op mij af gestuurd omdat ik een paar mooie auto’s had verzameld. Er was niets aan de hand, maar het is wel tekenend over hoe er over je gedacht wordt. Groothuis noemt het inkopen van auto’s topsport. “Je moet altijd alert zijn, snel reageren en een auto goed kunnen beoordelen. Want jij bent de expert en er wordt hard gelachen wanneer je er een keer met boter en suiker in gaat.” Samen met een compagnon heeft Groothuis ook zijn inkoopactiviteiten ondergebracht in een bedrijf dat hij nu aan het opstarten is. “We gaan klassieke auto’s verkopen en ik ben dan verantwoordelijk voor de inkoop. “Zeldzame Porsches en Ferrari’s, met weinig kilometers en schadevrij. Dat bedrijf zit nu in de opstartfase en ik kan er nog weinig over vertellen, maar jullie horen het als eerste als het zover is en zijn uitgenodigd voor een bakkie leut tijdens de opening.
Eén reactie
Prachtig verhaal, en heb er van genoten als auto en Porsche fanaat. Gewoon lekker doorgaan met jou hobby heer Groothuis.
Mvg,
Glenn Pigot
oTo Deals International B.V.