Er is bijna geen groter contrast denkbaar dan mij te vragen de nieuwe Porsche Cayenne e-Hybrid te testen. In mijn dagelijks leven houd ik me voornamelijk bezig met de luchtgekoelde, naar olie en benzine ruikende klassieke Porsches. Ik moest er dan ook even over nadenken, maar juist om het contrast leek het me leuk.
Of ik uitleg wilde over de auto vroegen ze bij Pon. Eh ja, eigenlijk wel. Een aantal jaar geleden reed ik al eens een paar dagen in de eerste Cayenne Hybride, maar sinds die tijd is er wel het een en ander veranderd. Na een korte uitleg over de auto en de Porsche Car Connect app én een rondje door de showroom bij Porsche Leusden, gaan we op pad.
Op het oog lijkt de auto, zeker in het maagdelijk wit, helemaal niet zo groot. Maar van binnen merk je dat het wel echt een ruime auto is. Het dashboard doet futuristisch aan. Bijna één groot zwart display, wat tot leven komt zodra je de sleutel een standje draait. Alle schermen vervullen plotseling een functie. Het middenscherm geeft stap voor stap instructies die ik op dat moment wel kan gebruiken.
Even wennen is het uitblijven van enig geluid. Normaal verwacht ik toch een brandstofpomp die het systeem op druk brengt en vervolgens een lekkere roffel vanuit de uitlaat. Niets. Stilte, een licht gezoem. Ik trek het kleine pookje in D en zie op het centrale display dat hij in Drive staat. Ook dat merk je niet. Dan de rem maar eens loslaten. En jawel, muisstil rol ik van de parkeerplaats.
Door het groene landschap rondom Leusden en Soest begin ik al snel aan de auto te wennen. Alles is gemakkelijk te bedienen en wijst zichzelf. De mooie glanszwarte displays in het dashboard en in de middenconsole rondom de versnellingspook zitten al vrij snel vol met vingers. Eenmaal op de A12 aangekomen, geef ik eigenlijk voor het eerst genoeg gas om de motor aan te laten slaan. Ik voel een heel zacht schokje; verder zie ik alleen aan de toerenteller dat ik nu hulp krijg van de zescilinder.
Dat is wel enorm verbeterd ten opzichte van het vorige model waar ik ooit mee reed. Daar voelde je heel goed dat de motor erbij kwam; alsof je flink terugschakelde, zo’n gevoel. De auto pakt vlot op, maar goed, logisch ook met de 462 PK die nu beschikbaar zijn. Terwijl ik voortdurend allerlei lampjes en symbooltjes zie die me op de hoogte houden van het verkeer om me heen, de afstand tot m’n voorligger en of ik wel tussen de strepen blijf, rij ik vlot door.
Op weg naar de kust. Onderweg heb ik al een beetje door alle schermen gescrolld. Er is een offroad modus, met allerlei vooringestelde keuzemogelijkheden voor onder andere modder, rotsen en zand. Dat hebben we bij ons genoeg. Na een omweggetje door het centrum van Rotterdam, voor de gelegenheid geheel op elektrische voorstuwing, moet ik eenmaal in Ouddorp aangekomen wel constateren dat de accu nu echt helemaal leeg is. Het hybride rijden zit er voor die dag dus echt op. Gelukkig zit er nog benzine in, dus naar het strand.
Bij het strand aangekomen stel ik via het touchscreen de offroad modus in op zand en laat hem zachtjes het strand op rollen. Ik zie in mijn display dat ook de verdeling van de kracht tussen de voor -en achterwielen wordt aangepast. Na een paar meter voel ik aan de auto dat dit geen heel goed plan is. In z’n R met dezelfde slakkengang er weer af, voor ik hulp moet bellen van een boer in de buurt. Grotendeels is dit te wijten aan de bandenkeuze; de auto is natuurlijk voorzien van wegbanden die snel vol zitten.
Op de terugweg neem ik de dijk een stukje mee. Dat gaat hem beter af. Af en toe wat corrigeren, ook in de elektronica voel ik. Ook hier zijn de banden de spelbreker. Ik denk dat gezien het vermogen en z’n gewicht, de Cayenne echt wel mans is in het terrein – mits voorzien van terreinbanden. In de praktijk denk ik dat weinig mensen hem zullen kopen om mee te gaan crossen.
Qua gebruiksvriendelijkheid en comfort blijft er in mijn optiek eigenlijk weinig te wensen over. De auto is echt heel comfortabel, alles wat je van zo’n auto mag verwachten zit erop. Deze auto is uitgerust met een glazen panoramadak, dat in de auto een heel ruimtelijk gevoel geeft. Het dak opent in twee standen. Gekanteld kun je er alle snelheden mee rijden. Helemaal geopend geeft het boven de 100 km/u wel wat geluid en wind.
Wat me echt opvalt is hoe stil de auto is. Zowel in E en Hybride modus als wanneer je in de Sportstand rijdt. De stoelen zijn prettig en in ruime mate verstelbaar. Dit is wel een auto waarmee je in een ruk naar de Côte d’Azur kunt knallen. Weliswaar alleen het eerste stuk elektrisch en verder op de motor, maar toch. Het Porsche Innodrive systeem in combinatie met de adaptieve Cruise Control zorgt ervoor dat je veilig op je bestemming komt. Rijders die vaak in moderne auto’s rijden zijn het vast wel gewend, maar ik moet toch wel wennen aan die stroom van lampjes en symbooltjes die oplichten. Ik ben gewend nog zelf in de spiegels en om me heen te kijken, maar dat doet deze allemaal zelf. Gelukkig kun je het meeste allemaal uitzetten.
Uiteraard gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het gros deze auto zal kiezen puur uit fiscale overwegingen, zolang dat nog duurt. In mijn optiek hoef je, althans zoals ik er mee rijdt, het niet voor de zuinigheid te doen. Wel kan ik me voorstellen dat je, wanneer je je er strikt aan houdt en niet te veel rijdt tussen woonplaats en werk, je veel gebruik kunt maken van de accu. Dan is het een ander verhaal.
De volgende ochtend stap ik opnieuw in mijn stille, nieuwe vriend. Zachtjes zoef ik weer richting Leusden. Ik begin eraan te wennen, merk ik. Met een beetje pijn geef ik dan ook de sleutel terug. Fijne auto!