Foto: Meerdere generaties Porsche 911 Cup-auto’s stonden zaterdagavond voor de ingang van het Porsche Museum opgesteld.
In 1990 werd in Duitsland het eerste seizoen van de Porsche Carrera Cup verreden, waarmee de serie nu dus 30 racejaren achter de rug heeft. Dat was de reden voor een feestje, afgelopen zaterdag in het Porsche Museum in Stuttgart-Zuffenhausen, waar tegelijkertijd de huldiging van de succesvolste rijders van het afgelopen seizoen plaatsvond.
In tegenstelling tot wat sommigen denken heeft Porsche de merkencupracerij niet uitgevonden, want Renault organiseerde in de jaren zestig in Frankrijk al competities met de R8 Gordini. Toch kent Porsche wel een rijke traditie op dit gebied, die inmiddels al ruim drie decennia teruggaat. Medio jaren tachtig werd er in Duitsland al een cup opgezet voor de 944 Turbo, maar het duurde niet lang voordat de 911, het meest voor de hand liggende model in het Porsche-programma, de centrale rol in de cupracerij ging vervullen.
De Duitse Porsche Carrera Cup, die jarenlang deel uitmaakte van het voorprogramma van de prestigieuze toerwagenserie DTM, stond in de beginjaren onder leiding van Herbert Linge, die als oud-coureur en testrijder een belangrijke rol in de sporthistorie van Porsche speelt. Zo is het aan hem te danken, dat Porsche zijn eigen test- en ontwikkelingscentrum in Weissach kreeg. Tevens stond hij aan de basis van de ONS-Sicherheitsstaffel (tegenwoordig DMSB-Sicherheitsstaffel), het vaste team van veiligheidsmensen bij Duitse autosportevenementen. Eigenlijk was Linge in 1990 na een lange carrière bij Porsche al met pensioen, maar voor de cup kwam hij graag weer terug. “In eerste instantie was het plan om een cup met de 928 te doen, maar toen zei ik: ‘Dat is geen raceauto, dan doen jullie het maar lekker zelf”. Met de 911 echter zag ik het wel zitten”, vertelde Linge, inmiddels 91 jaar oud, maar nog zeer fris, tijdens een interview afgelopen zaterdag.
Tot de oudgedienden behoren ook Wolfgang Land en Harald Grohs. Land won twee keer de titel, in 1993 en 1997, Grohs werd in 1995 kampioen, destijds als 51-jarige, waarmee hij de oudste kampioen in de historie van de serie is. Ook zij haalden zaterdag herinneringen op. “Zoals die keer in Zolder, toen ik me in de kwalificatie het licht uit de ogen gereden had, een ronde die naar mijn gevoel perfect was, en toen kwam jij met een tijd die nog twee tienden sneller was”, zei Grohs tegen Land. “Maar jij vertelde toen dat je met een ‘Gurney-flap’ (extra rand voor meer neerwaartse druk, red.) op de achterspoiler gereden had, waarmee je op de donderdag voor het raceweekeinde getest had, en dat je tijdens de training onderweg gestopt was, tussen twee cameraposities in, zodat niemand het kon zien, en dat je die strip er gewoon van af getrokken en ergens achter de bandenstapels gegooid had. Logisch dat je daarmee sneller was! De vader van een van de jongens die bij mij in het team reed, stond al met drieduizend Mark protestgeld te zwaaien, die wilde jouw motor laten openmaken om te zien of die niet illegaal was… Dat heb ik hem maar uit z’n hoofd gepraat.”
Land en Grohs herinnerden er ook aan hoe steeds jongere rijders in de cup hun opwachting maakten, vaak via de selectie van het UPS Porsche Junior Team dat ruim tien jaar lang tal van talenten afleverde, waarvan er velen uiteindelijk de status van fabrieksrijder zouden krijgen en klassiekers als Le Mans en Daytona wonnen. “We spraken dat onderling ook wel eens af, dat we die jochies wel even bezig zouden houden en zouden laten zien wie het hier voor het zeggen had, en dan daarna met z’n tweeën later wel uitvechten wie er zou winnen”, zei Land. Marc Lieb, in 2016 Le Mans-winnaar en wereldkampioen met Porsche en tegenwoordig als afgestudeerd ingenieur in bij Porsche Motorsport actief, kon zich die situaties nog wel herinneren. “We hebben in die tijd ongelooflijk veel geleerd”, aldus Lieb. “Niet alleen over het racen, maar ook op menselijk vlak.”
Dat bevestigden Jörg Bergmeister, Christian Menzel, Timo Bernhard en Dirk Müller, die in de volgende gespreksronde aan het woord kwamen. Müller was in 1997 de eerste kampioen die voortkwam uit het UPS Porsche Junior Team. “Eigenlijk had ik het jaar ervoor al kampioen kunnen worden, maar toen won Wolfgang (Land, red.) nog”, zei Müller, die de eerste kampioen van een jongere generatie werd. Bergmeister, kampioen in 2000 – hoewel geen lid van het Junior Team – volgde in zijn voetsporen, evenals Bernhard in 2001 en Menzel, die in 2005 kampioen werd en daarna ook in Azië nog twee keer de titel won.
Na het historische gedeelte, waarbij ook oudgedienden Roland Asch (kampioen in 1991) en Olaf Manthey (kampioen in 1990) nog even voor het voetlicht werden gehaald, en het culinaire intermezzo, werd overgegaan tot de huldiging van de succesvolste rijders uit het afgelopen seizoen van de Porsche Carrera Cup Deutschland. De top drie in het algemeen klassement, aangevoerd door de Fransman Julien Andlauer, de juniorcup en het amateurklassement stonden in de schijnwerpers, waarbij onze landgenoot Larry ten Voorde, derde in de eindstand achter kampioen Andlauer en routinier Ammermüller, ontbrak. Hij had echter een geldig excuus in de vorm van de deelname aan de FIA WEC-race in Sjanghai, waar hij samen met Jeroen Bleekemolen en Ben Keating als tweede in de GTE-Am-klasse eindigde.
Ook werd alvast even vooruitgeblikt op het komende seizoen van de Duitse cup, die opnieuw het grootste deel van het programma afwerkt tijdens de evenementen van de Duitse ADAC GT Masters-serie, waaronder een optreden op Circuit Zandvoort (21-23 augustus). Spectaculair nieuws is een race in het voorprogramma van de 24 Uur van Le Mans op zaterdag 13 juni, waar gezamenlijk met de Franse Carrera Cup zal worden gereden. Nieuw voor het seizoen 2020 is ook de Taycan die zal worden ingezet als safety-car tijdens de Porsche-races.
De Duitse Porsche Carrera Cup vormde de basis voor het wereldwijde succes van de Porsche Cup-racerij. Tot en met dit jaar produceerde Porsche 4.251 Cup-auto’s op basis van de 911. Porsche Carrera Cups zijn er naast Duitsland ook in Azië, Australië, de Benelux, Brazilië, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Scandinavië. De Porsche Mobil 1 Supercup in het voorprogramma van diverse Formule 1-Grands Prix vormt sinds 1993 de top van de piramide. Daarnaast zijn er als onderbouw voor de klantensport in diverse landen series onder de naam Porsche Challenge of Porsche Trophy. In totaal kent Porsche momenteel 25 raceseries in 27 landen.
Natuurlijk zijn er in de loop der jaren ook vele Nederlandse coureurs in de Duitse Carrera Cup actief geweest, van wie Mike Hezemans, Patrick Huisman, Jeroen Bleekemolen, Jaap van Lagen en Larry ten Voorde overwinningen wisten te scoren. Opmerkelijk genoeg was er tijdens de festiviteiten in Stuttgart geen enkele Nederlandse rijder of oud-rijder aanwezig. In ieder geval stond de auto van Jaap van Lagen er, die tijdens de slotrace van het afgelopen seizoen op de Sachsenring reed met de namen van alle 604 rijders (er stond nog 603 op de voorklep, maar er kwam er tijdens het slotweekeinde één bij) die ooit in de cup gereden hebben. Een mooie herinnering bij een bijzonder jubileum.
Foto’s: Porsche AG, Rebocar/R. de Boer
