Porsche viert dit jaar de 50e verjaardag van haar sportwagenlegende: de 911. Dat zal gepaard gaan met een bijzonder jubileummodel en allerhande festiviteiten. Het is ook een geweldige aanleiding om terug te blikken op de afgelopen vijftig jaar, te beginnen met de luchtgekoelde jaren.
Ur-Elfer (1963) – De geboorte van een legende
Als opvolger van de Porsche 356 verovert de 911 van begin af aan de harten van sportautoliefhebbers. De zogenoemde ‘Ur-Elfer’ ziet in 1963 op de IAA in Frankfurt als model 901 het levenslicht. De typeaanduiding verandert in 911 bij de marktintroductie in 1964. De luchtgekoelde zescilindermotor levert 96 kW (130 pk), genoeg voor een topsnelheid van 210 km/uur. In 1965 introduceert Porsche de viercilinder Porsche 912. In 1966 stelt Porsche de 118 kW (160 pk) sterke 911 S voor, die voor het eerst met gesmede lichtmetalen Fuchs-wielen is uitgerust.
De 911 Targa komt eind 1966 op de markt en is dankzij de markante rolbeugel van edelstaal de eerste veiligheidscabriolet ter wereld. Met de halfautomaat ‘Sportomatic’, voorzien van vier versnellingen, is de 911 leverbaar vanaf 1967. Als eerste Duitse fabrikant voldoet Porsche bovendien met de versies 911 T, E en S aan de strenge Amerikaanse EPA-emissienormen. Door het vergroten van de cilinderinhoud naar 2,2 liter (1969) en 2,4 liter (1971) wordt de Porsche 911 steeds krachtiger. De droomversie bij uitstek is tot op heden de 911 Carrera RS 2,7 uit 1972, met 154 kW (210 pk) bij slechts 1.000 kg gewicht. Zijn kenmerkende ‘ducktail’ is de eerste achterspoiler op een in serie geproduceerde auto.
G-Serie (1973) – De tweede generatie
Tien jaar na de première wijzigen de ingenieurs van Porsche de 911 grondig. Het zogenoemde G-model is van 1973 tot en met 1989 in productie geweest – langer dan welke andere 911-generatie ook. Een bijzonder kenmerk: de markante balgconstructies op de bumpers – een innovatie om aan de toenmalige crashtesteisen in de Verenigde Staten te voldoen. Ook driepuntsgordels en stoelen met geïntegreerde hoofdsteunen zorgen voor meer veiligheid.
Een mijlpaal in de historie van de 911: 1974 is het jaar waarin Porsche de eerste in serie geproduceerde 911 Turbo met 3,0-liter motor, 191 kW (260 pk) en opvallende achterspoiler presenteert. Met zijn unieke combinatie van luxe en prestaties verwerft de Turbo een eigen status in het Porsche-gamma. In 1977 komt de volgende stap in de prestatieladder: de 911 Turbo 3.3 heeft een intercooler en wordt met 221 kW (300 pk) leider in zijn klasse. Bij de versies zonder turbomotor komt voor de Porsche 911 SC in 1983 de 911 Carrera in de plaats. Met zijn 3,2-liter motor en 170 kW (231 pk) is deze nu geliefd bij verzamelaars. Voor liefhebbers van open rijden verschijnt er in 1982 een Cabriolet. De belangstelling voor de 911 Carrera Speedster uit 1989 neemt bijna mythische proporties aan.
Model 964 (1988) – De klassieke modernist
De vakpers spreekt al van het einde van een tijdperk als Porsche in 1988 de 911 Carrera 4 (Type 964) presenteert. Vijftien jaar na zijn introductie is de 911 namelijk voor 85 procent vernieuwd, zodat Porsche een moderne en op de toekomst gerichte auto biedt. De luchtgekoelde 3,6-liter boxermotor levert nu 183 kW (250 pk). Uiterlijk onderscheidt de 964 zich slechts van zijn voorganger door de aerodynamische kunststof bumpers en de elektrisch uitklappende achterspoiler, maar in technisch opzicht zijn er nauwelijks overeenkomsten.
Het nieuwe model levert niet alleen verbazingwekkend sportieve prestaties, hij valt ook op door zijn rijcomfort. ABS, Tiptronic, stuurbekrachtiging en airbags komen beschikbaar. Bovendien is het onderstel compleet nieuw, met een lichtmetalen wielophanging en schroefveren in plaats van de conventionele torsievering. Bijna revolutionair: de Carrera 4 bijt als vierwielaangedreven versie het spits af voor de nieuwe modelgeneratie. Behalve voor de Carrera-varianten Coupé, Cabriolet en Targa kunnen kopers vanaf 1990 ook de 964 Turbo bestellen. Aanvankelijk heeft die de beproefde 3,3-liter boxermotor, maar in 1992 krijgt de Turbo een 265 kW (360 pk) sterke 3,6-liter krachtbron. De meest begerenswaardige versies uit de 964-serie zijn de exclusieve 911 Carrera RS, de 911 Turbo S en de 911 Carrera 2 Speedster.
Model 993 (1993) – De laatste luchtgekoelde
Deze 911, die intern 993 wordt genoemd, is tot nu toe favoriet bij veel Porsche-rijders. Dat komt vooral door de opvallend fraaie vormgeving. De geïntegreerde bumpers versterken het harmonische geheel. De frontpartij is vlakker dan bij de voorgaande modelversies, wat mogelijk werd door de toepassing van een nieuw type koplamp. Daarbij is de 993 in hoge mate doorontwikkeld en betrouwbaar. En hij stuurt bovendien bijzonder scherp, omdat het de eerste 911 is met een nieuw aluminium onderstel.
Voor het eerst heeft de Turbo-versie ook een biturbomotor, die wereldwijd in1995 te boek stond als meest emissiearme in serie geproduceerde krachtbron. Bij de vierwielaangedreven Turbo-versie worden innovatieve aluminiumwielen met holle spaken toegepast – een primeur in de automobielbouw. Voor de liefhebbers van snelheid bouwt Porsche de 911 GT2. Nieuw bij de 911 Targa is de elektrisch bedienbare glazen ruit, die met een druk op de knop onder de achterklep schuift. De belangrijkste reden waarom Porsche-liefhebbers de 993 nu zo sterk waarderen is bovenal: de van 1993 tot 1998 gebouwde versie is de laatste met een luchtgekoelde boxermotor.
(Bron en foto’s: Porsche)