Een uitzonderlijk knap stukje vakwerk van Porsche liefhebber Frits Hofman, een tot in de puntjes perfecte kopie van een 6 cilinder Porsche motor, zelfs het geluid laat niets te wensen over. Heerlijk Porsche boxer kabaal op schaal.
Porsche virus
Met de aanschaf van een Porsche 911 in 1967 raakte Frits Hofman besmet met het Porsche virus. Toen Hofman op zekere dag een doorsnedetekening van de motor in zijn Porsche onder ogen kreeg, was de vrije tijd van de destijds als instrumentmaker werkzame Hofman meteen goed gevuld. Het project begon met het verzamelen van veel informatie, want de bedoeling was dat het een werkend exemplaar zou worden. Hofman kreeg daarbij hulp van zijn toenmalige Porsche dealer en importeur Pon, want zijn eigen Porsche werd dagelijks gebruikt dus de motor eruit halen voor het meetwerk was geen optie. Naast hulp van de Porsche dealer en Pon kreeg Hofman ook veel medewerking van de fabriek in Duitsland, die hem originele bouwtekeningen aanleverde. Het vakblad AMT besteedde enige jaren geleden al gedetailleerd aandacht aan Hofmans ingenieuze werk.
Hoofdbrekens
Na het zien van de tekening stond er dus een grote uitdaging voor de deur, want het uiterlijk perfect namaken was een ding, een werkend exemplaar maken gaf nog heel wat hoofdbrekens en dan moest het motortje ook nog gaan klinken zoals zijn grote broer. Elk onderdeel vereiste het nodige denkwerk, zeker voor cruciale onderdelen zoals bijvoorbeeld voor de smering of het uitpuzzelen van de kleptiming want ervaring met dergelijke projecten was niet voorhanden. Hofman liet zich leiden door het kleinste cruciale onderdeel dat nog op schaal te fabriceren was en kwam daarbij uit op een verhouding van 1:3,2. Deze verhouding kon hij zonder al teveel problemen toepassen op de maatvoering van het uiterlijk van de motor. Maar aangezien het een levend exemplaar moest worden, kwam het echte denkwerk bij het draaiend gedeelte kijken.
Smering
Bij het aanhouden van een schaal van 1:3,2 op de volledige motor en je dus alles gaat verkleinen met dezelfde factor komt de oppervlakte-inhoud verhouding om de hoek kijken. En om het hier niet al te wiskundig te maken, komt het er praktisch op neer dat de oppervlakte ten opzichte van de inhoud een stuk groter wordt en dat resulteerde in grote lageroppervlakken. Om dus voor een efficiënte smering te kunnen zorgen was een naar verhouding grotere oliepomp nodig ten opzichte van het origineel.
We blijven nog even bij het item smering, want de krukas was namelijk een ander huzarenstukje van de instrumentmaker. Met behulp van de technische gegevens van de fabriek kon hij uit één stuk metaal de krukas namaken. Om de interne oliekanaaltjes aan te kunnen brengen was externe hulp welkom, hij had weliswaar een krukas ter beschikking voor de maten, maar de blauwdrukken van de fabriek waren nodig om de exacte positie van deze oliekanaaltjes over te kunnen nemen.
Bij Porsche in Duitsland was men inmiddels danig onder de indruk geraakt van de kunde van de vakman en nodigde men hem uit om zijn tot dan toe verrichte werk te showen op de Porsche stand tijdens de IAA in 1973.
Ademhaling en brandstofvoorziening
Zagen we eerder al dat de smering van het blokje voor het nodige denkwerk zorgde, zo ook bij de ademhaling voor het 6 pittertje. De doorlaat van de in- en uitlaatkleppen is naar verhouding vrij groot en om ervoor te zorgen dat het blokje stationair mooi loopt, maar ook op vol vermogen, is kleptiming een cruciaal punt. Het was dus zaak om de lichthoogte van de kleppen te verkleinen en de overlap te verminderen. Hierbij wist Hofman de juiste aannames te maken waardoor het blokje mooi rond loopt in een breed toerengebied.
Met het ademen van de motor op orde, is het zaak de juiste verhouding van benzine en lucht in de verbrandingskamer te krijgen. De 2 liter in de 911 uit 1965 van Hofman, was voorzien van zes enkelvoudige Solex valstroom carburateurs en een dubbele Pierburg brandstofpomp. Hier werd opnieuw een fraai staaltje vakwerk toegepast om schaalmodellen van de Solexen te kunnen maken. De carburateurs zijn op schaal nagemaakt en werden vervaardigd uit een blok messing. Om een indruk te krijgen van de maatvoering, de stationair sproeier heeft een doorsnede van 0,15 mm. Voor een goede verstuiving van de brandstof, is onder meer de venturi diameter van de carburateurs een kritisch punt, deze is 20 procent kleiner gemaakt en meet 9mm. De brandstofpompjes waren nog een verhaal op zich, Porsche had geen tekening van deze items en stuurde twee originele pompen op voor het rekenwerk. Omdat Porsche in 1966 overstapte op Weber carburateurs zijn de Solexen vandaag de dag zeldzaam en gewild en dat maakt het blokje extra uniek.
10 jaar
En zo werd alles tot in detail nagemaakt, verdeler, rotor, nokkenas, tuimelaars en kleppen tot aan het kleinste boutje of de in het oog springende kleppendeksels waar 10 uur werk in ging zitten. Dat géén van de onderdelen gegoten is geeft nog meer cachet aan het grote vakmanschap van de maker. Leuk detail daarbij zijn de bougies, geschikte exemplaren werden gevonden in een Honda aggregaat en deze voldeden aan de technische specificaties maar werden uiterlijk wel aangepast aan de Porsche norm. 6000 uur geduld verdeeld over 10 jaar leverde uiteindelijk dit prachtige meesterwerk op. In 1977 gaf het blokje zijn eerste levenstekenen en heeft Hofman met zijn creatie in het Duitse Weissach grote indruk gemaakt op de Porsche medewerkers. Bij de fotoreportage voor het artikel in AMT, bij de Porsche dealer in Amsterdam, liep de showroom leeg nadat Hofman het motortje in de werkplaats startte.
De heer Hofman heeft onlangs een demonstratie gegeven en een van de aanwezigen heeft, gelukkig voor eenieder die er niet bij kon zijn, een filmpje gemaakt van het ‘brullende’ blokje. Dat leeftijd geen vat heeft gekregen op het inmiddels bijna 40 jaar oude blokje getuigt van het vakwerk van Frits Hofman, het loopt nog als een trein en ook daarin kan het zich meten met zijn grote broers.
(Bron: AMT)