Jarenlang werd de Cayman klein gehouden ten faveure van zijn grote broer, de 911. Met de introductie van de Porsche Cayman GT4 is dat voorgoed verleden tijd. We voelden de Cayman GT4 onlangs aan de tand op Nederlandse bodem. Wie verwacht dat we hier uitgebreid gaan beoordelen hoe de Cayman GT4 zich verhoudt tot de minder potente GTS kan beter deze alinea uitlezen, nog even naar de prachtige foto’s turen en doorbladeren.
De auto is sneller, scherper, levendiger, sportiever, krachtiger maar vooral anders dan de GTS. Extremer is wellicht de juiste term. Niet voor niets positioneerde Porsche de GT4 als ‘instapper’ in de serie GT’s die Porsche levert. Het is wat ons betreft dan ook veel interessanter om te beschouwen of zo’n GT4 nou de moeite waard is of dat je beter kunt doorsparen voor de 911 GT3.
Tekst: Geert Smit
Foto’s: Peter Eigenraam
Op papier is onze GT4 uitgevoerd in Racinggeel. Wat ons betreft is de auto gewoon Speedgelb. Het lijkt er alleen op dat Porsche deze kleurbenaming niet meer hanteert. De auto wordt er gelukkig niet minder knap om. De kleur schreeuwt het uit: race met mij, speel met mij, drijf me tot het uiterste. De auto staat op keurig bijpassende 20-inch GT4-wielen in zijdeglans platinum grijs. De brede voorbumper met ‘lip’, de luchtinlaten aan de zijkant en de vaste achterspoiler verraden dat men hier niet met een GTS-rijder heeft te maken die zich heeft uitgeleefd op de optielijst. Nee, dit is duidelijk andere koek.
Ook aan de binnenzijde ademt de auto sportiviteit. De optionele racekuipen die deels in carbon zijn uitgevoerd, de gele racegordels, het in alcantara uitgevoerde stuur, alles draagt bij aan de beleving binnenin. Deze auto is onder meer uitgevoerd met het ClubSport-pakket. Dat betekent dat er een halve rolkooi is gemonteerd, maar ook dat er een brandblusser met houder wordt meegeleverd. De auto is voorbereid voor een noodstroomschakelaar die los leverbaar is via de Motorsport-afdeling, evenals de voorste rolkooibeugel en een “cross brace” voor achter de voorstoelen, bedoeld voor race-evenementen. De los bijgeleverde 6-punts veiligheidsgordel is niet gemonteerd. Af-fabriek kost de Cayman GT4 EUR 126.100,- maar met de nodige opties komt ons test-exemplaar op EUR 162.634,06. Money well spent, zoals de Britten zeggen. Op wat kleine dingetjes na zouden we de optielijst één op één overnemen bij het bestellen.
De cijfers
De Cayman GT4 levert 385 pk’s die vrijkomen bij 7.400 toeren per minuut. De auto haalt zijn vermogen uit een 3,8-liter 6-cilinder boxermotor, dezelfde motor als in de 911 Carrera S maar dan met iets minder pk’s. Het drooggewicht bedraagt 1340 kg. Als je goed kunt schakelen jaag je de Cayman in 4,4 seconden naar 100 km/h en kun je door blijven trekken tot 295 km/h. Het vermogen wordt op de weg gebracht via de achterwielen, geholpen door Porsche Torque Vectoring met mechanisch achteras-sperdifferentieel. Schakelen doe je met de manuele zesbak, afkomstig uit de GTS. Porsche paste de bakverhouding lichtjes aan waardoor het schakelen in ieder verzet een waar genot is voor de liefhebber, maar ook voor de veeleisende bestuurder.
Voor de achterzijde ontwikkelde Porsche een nieuwe ophanging met dubbele aluminium wishbones. Voor de ophanging aan de voorzijde heeft men gebruik gemaakt van de techniek die voor de GT3 Cup is ontwikkeld. Het remsysteem is afkomstig van de GT3 en in combinatie met de optionele keramische schijven is de auto bizar snel tot stilstand te brengen. Voor de verandering is de remkracht ondanks de keramische schijven ook nog eens goed te doseren.
Tikkeltje brutaal
Niet te missen is de Sport-knop op de middenconsole. Die doet niet zoveel, behalve zorgen voor automatisch tussengas bij het terugschakelen. Voor wie de heel-and-toe-techniek niet beheerst is dat een uitkomst, maar bovenal is het bijna-erotische ervaring om de boxermotor achter je te horen janken tussen de versnellingen in. De meer ervaren rijders onder ons zullen de knop en diens functie echter verguizen, maar gelukkig is het gebruik ervan optioneel.
Nog veel ‘erotischer’ is het nimmer aflatende gebrul van de motor achter je wanneer je de naald van de toerenteller richting het rode gebied jaagt. Tot pakweg 4.000 toeren klinkt het gewoon lekker maar voorbij deze magische grens is het motorgeluid een festijn voor je oren. Wat een kabaal, elke versnelling weer. Dit is hoe je verwacht dat een racewagen klinkt. We durven zowaar beweren dat de auto luidruchtiger is dan de 911 GT3 en dat is bepaald geen straf. Dat je daarvoor een extra knop moet bedienen nemen we maar voor lief. Tijdens de test was dat onze eerste handeling na het tot leven brengen van de motor. Ons devies: altijd de “Klappenauspuff” aan laten staan, de auto verdient het.
Het rijden in de GT4 is beestachtig lekker. Het weggedrag van de auto is bijna tastbaar. De levendige motor brult oneindig door en wanneer je de naald van de toerenteller boven de 4.000 toeren houdt is het eigenlijk non-stop feest. De auto verdient een vlak en snel circuit om het uiterste van zijn kunnen te tonen maar het is vooral interessant om te bemerken hoe de auto zich gedraagt wanneer de omstandigheden niet ideaal zijn. Wat sterk opvalt is de voelbare mate van controle. Zelfs wanneer je wat veiligheidssystemen uitschakelt blijft de auto beheersbaar aanvoelen. Dat is natuurlijk grotendeels te danken aan de middenmotor. Die zorgt ervoor dat de gewichtsverdeling nagenoeg ideaal is. De auto mist daardoor het ‘venijn’ van de 911, maar is toch zeker wel een tikkeltje brutaal. Zeker op de pokdalige wegen die Nederland rijk is wil de auto wel eens een klein uitstapje maken wanneer je iets te enthousiast bent. Dat is echter in no-time te corrigeren. Wanneer het wegdek wat hobbeliger wordt is het echter al snel oncomfortabel om de vaart erin te houden. Licht irritant zelfs is het feit dat menig drempel een uitdaging is voor deze auto. Veelzijdigheid buiten het circuit stond duidelijk niet bovenaan het lijstje van Andreas Preuninger en zijn mannen. Dat is ergens ook wel begrijpelijk, want er is genoeg wils voor wie een allrounder behoeft. Deze auto is duidelijk bedoeld voor het circuit en we kunnen niet anders zeggen dan dat men daar bijzonder goed in is geslaagd.
Minder analoog
We zouden eindeloos kunnen oreren over alle positieve kanten van de GT4, maar kanttekeningen zijn er zeker ook. Het vermogen bijvoorbeeld is fors voor een Cayman maar voelt toch wat conservatief. Waarom Porsche er niet voor heeft gekozen om meer van de potentie van de 3,8-liter 6-cilinder te benutten blijft gissen. Het laat ruimte voor een meer extreme GT4 RS, wat ons betreft een heel goed idee. Maar we kunnen ons ook voorstellen dat koeling een uitdaging vormt. De hitte die het motorblok afgeeft wanneer je de auto de sporen geeft is duidelijk aanwezig. Al met al is de auto er niet minder leuk om maar je blijft het gevoel houden dat de auto nog sneller had kunnen zijn.
Wanneer je goed oplet – en wetende dat de PTV en PASM non-stop aan het werk zijn voor je – zul je merken dat de auto een licht kunstmatig karakter heeft. De auto voelt minder analoog dan je van een aspirant-racewagen zou verwachten. Dat is een logisch gevolg van de enorme sprongen die Porsche de afgelopen jaren heeft gemaakt op het gebied van besturing en handling, met name door de inzet van elektronica. Daar koop je natuurlijk ook een nieuwe auto voor, maar je moet niet teveel nadenken over hoe je rij-ervaring tot stand komt (of liever gezegd, met hoeveel elektronica).
En dan is er tot slot het eeuwige prijsdilemma. Sla je 126.100 euro stuk op een nieuwe Cayman GT4 en geef je wat extra geld uit aan nuttige opties of hou je je ogen open voor een GT3 (RS) van één of twee generaties eerder? In dat geval heb je een snellere en wellicht puurdere GT. Maar geen Cayman GT4, en daar zit ‘m nou net de kneep. Want laten we wel wezen: Porsche heeft de Cayman GT4 duidelijk aan de onderkant van het GT-gamma gepositioneerd en in dat opzicht maakt de auto de verwachtingen meer dan waar. Het rijden in de auto is een heerlijke ervaring en verschillende rijtesten wijzen uit dat de auto op het circuit menigeen verrast en zelfs sneller dan een GT3 aanvoelt voor flink wat minder geld dan diezelfde GT3. Op papier lijkt het gat wellicht groot maar vergeet niet dat de GT4 kleiner, lichter en dus wendbaarder is. Tel daarbij op dat de auto met zijn beperkte oplage een instant klassieker is en alle twijfel is weg: wij nemen ‘em!
(Dit artikel verscheen onlangs ook in RS Porsche Magazine)