Een Porsche 911 waar geen origineel onderdeel meer aan lijkt te zitten behoudt doorgaans niet zijn waarde. Tenzij de auto een wel erg bijzondere voorgeschiedenis heeft. Collega Erik Kouwenhoven waagde de gok en haalde een “Magnus Walker Porsche” naar Nederland.
(Tekst: Geert Smit, fotografie: Luuk van Kaathoven)
Smurfenblauwe lak, RSR-bumpers, opzetwielkasten. Niet wat de Engelsen “your daily average” noemen. Het zijn de belangrijkste ingrediënten van een auto die voorheen aan de excentrieke Porsche-verzamelaar Magnus Walker toebehoorde. We hebben hier te maken met een “vroeg” exemplaar. De auto stamt uit een tijdperk dat Walker zich nog niet onderscheidde door ronde achterlichtjes en geperforeerde deurgrepen. Die smaakmakers liet de jongste eigenaar tijdens de restauratie toevoegen. De whale tail en de gewrapte kofferklep zijn ook niet origineel, maar maken de auto wel af. Het weerhield Magnus Walker er in ieder geval niet van om zijn signatuur op de tankklep en het dashboard aan te brengen, afgelopen jaar tijdens de Oldtimer Grand Prix.
De auto, in basis een volstrekt anonieme Porsche 911 2.7 uit 1975, kwam in 2006 in het bezit van Magnus Walker. Hij verspijkerde meer dan 10.000 dollar aan het uiterlijk en onderstel van de auto. De looks vormden een mix tussen de toenmalige IROC-auto’s en de wellicht wat minder bekende Porsche 934. Walker verscheen met regelmaat op trackdays met de auto, waar deze uiteraard de nodige bewondering oogste. Twee jaar later moest hij de auto noodgedwongen – en met verlies – verkopen. Walker genoot toen nog niet de faam van nu, maar dat het een koopje was bleek wel uit het feit dat de koper de auto binnen drie dagen weer verkocht met ruim 8.000 dollar winst. De auto belandde in Europa en kwam in handen van de Fransman Guillaume Margoux. De beste man was voornemens met de auto te gaan racen. De 2.7-liter boxermotor hield het echter al snel voor gezien, waarna de auto in een schuur belandde en vijf jaar lang stof stond te vergaren. De auto stond daarna enige tijd te koop, en de rest is geschiedenis.
De jongste eigenaar is dus Erik Kouwenhoven, u wellicht bekend als een van de drijvende krachten achter deze website. In het najaar van 2013 werd hij op de auto gewezen door Joost Hermes, een goede vriend van Magnus Walker. De auto stond op dat moment te koop in Frankrijk. De advertentie verried dat de toenmalige eigenaar niets wist van een bijzondere voorgeschiedenis. De prijs van € 22.000,- wekte evenmin die indruk. Maar Hermes wist een aantal kenmerken te benoemen die er toch echt op wezen dat deze auto aan Magnus Walker had toebehoord. Eén van die kenmerken is een sticker op de achterruit van Serious Clothing, het voormalig kledingmerk van Walker. Ook prijkt op beide achterste zijruitjes een sticker van Willow Springs, het circuit waar Walker meer dan eens met de auto te vinden was.
In eerste instantie voelde Kouwenhoven niet de drang iets anders met die informatie te doen dan er een leuk artikel over te tikken. Hij had net zijn droomauto – een Porsche 911 uit 1964 – gekocht, bovendien stond de ex-Walker-auto te koop met een kapotte motor. Maar gaandeweg bekroop hem het gevoel dat de auto wel eens goed bij hem zou kunnen passen. Als lid van de R-gruppe nam hij regelmatig deel aan ritten in alle uithoeken van Europa en om dat met een zeldzame 64-er te blijven doen leek hem niet al te verstandig. De eigenzinnige blauwe 911 met RSR-looks intrigeerde hem, en dus besloot hij de gok te wagen.
Na lang wikken en wegen zocht Kouwenhoven contact met de Franse verkoper. Hij deed een poging tot onderhandelen, maar slaagde daar maar half in. Ondertussen begon hij echter steeds verliefder op de stoere looks en schakelde hulp van vriend Harry Westendorp in. Dat leidde er uiteindelijk toe dat de auto door Westendorp naar Nederland werd gehaald. We spreken januari 2014, op dat moment had Kouwenhoven nog de hoop dat hij er in het voorjaar al mee de weg op zou kunnen. In eerste instantie had hij een paar kleine wijzigingen voor ogen. Zo werden de perspex zijruiten door glazen zijruiten vervangen en maakte het 2.7-blok plaats voor een 3.0-blok met 204 pk. Westendorp deed op verzoek van Kouwenhoven nog wat andere kleine wijzigingen. Zo werden de handgrepen geperforeerd en ronde achterlichtjes gemonteerd, in lijn met de stijl die Magnus Walker in zijn huidige collectie hanteert. Intussen toog Kouwenhoven in het paasweekend van dat jaar zelf nog eens op en neer naar Frankrijk met ondergetekende voor nog een auto. Van deze auto was de originele 3-liter motor vervangen door een 3.2-liter motor. U raadt het al, het 3.0-blok in de Magnus-auto moest wijken voor de sterkere en nog meer betrouwbare 3.2. Gaandeweg kwamen Kouwenhoven en Westendorp ook nog eens tot de conclusie dat de auto ook wel eens een spuitbeurt kon gebruiken, aldus geschiedde.
Inmiddels zijn we een paar jaar verder en is pas net de allerlaatste hand gelegd aan een min of meer onbedoelde restauratie. De auto is zo mogelijk nog mooier dan toen deze uit Frankrijk werd gehaald. De glunderende ogen van Kouwenhoven wanneer een voorbijganger hem aanspreekt op de auto tijdens de fotoshoot spreken boekdelen. De auto is ook net gewassen en gepoetst en trekt misschien juist daardoor wel extra aandacht. Maar hij blijft ook realistisch. “Ik heb de auto gekocht om mee te kunnen nemen op ritten zoals die van de R-Gruppe, dus lang zal ‘ie wel niet schoon blijven. Of heel,” voegt hij er knipogend aan toe.
Aan de auto die door Kouwenhoven zelf gekscherend “de smurf” wordt genoemd is intussen maar weinig meer origineel. De opgezette wielkasten zullen menig liefhebber een doorn in het oog zijn, laat staan de extravagante whale tail of de matzwarte gewrapte klep . Toch maken al die losse verandering gezamenlijk een ontzettend stoere auto die ook nog eens bijzonder lekker rijdt. Ondanks het smurfenblauw heeft de auto allerminst een lieflijk voorkomen en leert de ervaring dat je best zenuwachtig kunt worden als de brutale zwartblauwe snuit in je binnenspiegel opduikt.
Wat dat betreft is de eigenzinnige 911 in veel opzichten een verademing. En hoewel de voorgeschiedenis niet spectaculair is, heeft deze toch wel een bijzonder tintje. Een geschiedenis waar Kouwenhoven een prachtig nieuw hoofdstuk aan toe gaat voegen.