Jarenlang maakten zescilinder boxermotoren de dienst uit bij Porsche. Met de introductie van de nieuwe 718 Boxster komt daar voor deze modelserie definitief een einde aan. Vooralsnog is de vernieuwde roadster enkel met vierpitter verkrijgbaar. De vraag luidt natuurlijk: is de auto dan nog wel de moeite waard?
Tekst: Geert Smit / Fotografie: Peter Eigenraam
Het recept voor een geslaagde Porsche kan al sinds jaar en dag rekenen op één vaste set ingrediënten: zes cilinders in vlakke opstelling, standaard in beweging gebracht zonder hulp van turbotechniek. En of de met die zes cilinders uitgeruste krachtbron nu in het achterste of midden van de auto is geplaatst, het levert doorgaans een zeer aantrekkelijke sportwagen op. Eentje die zich niet alleen leent voor sportief rijgedrag, maar even goed voor de dagelijkse kilometers. Ruim dertig jaar lang vormde de 911 nagenoeg de enige uitingsvorm van deze receptuur, in de jaren ’70 vergezeld door de 914/6. Sinds 1996 mag echter ook de Porsche Boxster zich rekenen tot het selecte gezelschap uit Zuffenhausen dat beschikt over wat in intieme kring een flat six wordt genoemd. De Boxster blijft in vermogen (maar niet perse in prestaties) achter bij de 911 en is kortgezegd een begeerlijke roadster, niet in de laatste plaats vanwege de middenmotor. Over de kwaliteit van de eerste generaties valt wellicht te twisten maar anno 2016 is de Boxster een van de meest verfijnde roadsters op de weg.
Hoewel de Porsche-liefhebbers onder ons al enige jaren weten dat de ongeblazen flat six niet het eeuwige leven zou hebben was de teleurstelling groot toen Porsche dat onomkeerbaar bevestigde met twee gedurfde stappen. De eerste stap is ook meteen de meest voor de hand liggende: het standaard inzetten van turbotechniek. De gefacelifte 911 trapt daarmee al af, de daarbij behorende techniek zal echter ook zijn weg gaan vinden naar de opvolger van de Boxster en diens dichte broeder, de Cayman. En kon de eerste stap misschien al niet alle liefhebbers bekoren, de tweede kan nog veel minder op bijval rekenen. Porsche besloot namelijk de basisversie en S-versie van de Boxster uit te rusten met een viercilinder.
Modelserie 718
In combinatie met de eerdergenoemde turbotechniek maakt de auto, zoals men gewend is als Porsche haar modellen opfrist, een klein sprongetje in vermogen. Die stap gaat echter geheel onverwacht samen met een grote stap in techniek. De stap naar de zogenaamde flat four wordt luister bijgezet door een veelbesproken naamwisseling, die tevens een koerswijziging impliceert. Porsche maakte namelijk eerder dit jaar bekend dat zowel de Boxster en de Cayman voortaan als modelserie 718 door het leven gaat. Daar waar Porsche in de jaren verschillende modellen met viercilinder motoren heeft geleverd, wordt uitgerekend de meest spraakmakende van het stel uitgekozen om tot naamgever van deze nieuwe generatie middenmotor-modellen te dienen.
Dus we spreken vanaf heden niet meer over een Boxster, maar over een 718 Boxster. Het zou ons niet eens verbazen als Porsche voor het naamgeven van de koetsvormen in de toekomst één lijn zou gaan trekken met de 911, maar het is nog te vroeg om daarover te oordelen. Nieuwe naam, nieuwe motor en een nieuwe standaard. Men moet bij Porsche hebben gedacht dat deze toch al rigoureuze aanpak nog wel wat extra schwung kon gebruiken en dus werd er bij de introductie een parallel getrokken met de historie van de ‘echte’ Porsche 718. Wat mij betreft een moedige poging om de genomen keuzes in perspectief te plaatsen. Of het nodig is valt betwisten, maar de tijd zal het leren.
Met de introductie van de 718-serie neemt Porsche ook afscheid van afwijkingen tussen de twee middenmotor-modellen. Voortaan zullen de Boxster en Cayman motorisch gelijkwaardig zijn uitgerust. De 718 Boxster mocht in april alvast het spits afbijten en werd geïntroduceerd met twee varianten. De basisversie is uitgerust met een 2-liter 4-cilinder boxermotor en weet middels turbotechniek 300 pk over te brengen op de achterwielen. Met PDK en Sport Chrono pakket sprint je in 4,7 seconden naar 100 km/h, de topsnelheid bedraagt 275 km/h. De S-versie is iets zwaarder bepakt. De motorinhoud bedraagt 2,5 liter, bovendien is de 4-cilinder uitgerust met variabele turbinegeometrie. Dit prachtige stukje techniek zorgt ervoor dat de 718 Boxster S in een magistrale 4,2 seconden de 100 km/h aantikt en doorblaast tot 285 km/h. Het is bovendien goed om te weten dat het maximum koppel van 420 Nm beschikbaar is over het toerengebied tussen 1.900 en 4.500 toeren, wat maakt dat de auto op ieder gewenst moment een flinke bak vermogen tot zijn beschikking heeft. Alsof dat nog niet genoeg is, verbruikt de auto gemiddeld zo’n 8 liter per 100 km. Daarvoor wordt de berijder vanzelfsprekend wel geacht zijn rechtervoet in toom te houden.
Al met al indrukwekkende cijfers voor een viercilinder, als u het mij vraagt.
Wanneer ik eenmaal heb plaatsgenomen in de Boxster verbaas ik me opnieuw over de pasvorm. De auto sluit zich om je heen als een goed passende handschoen. De optionele sportstoelen bieden voldoende steun, ongeacht je lichaamsomvang. Zowel de stoel als het stoer zijn elektrisch verstelbaar, en met behulp van de memory-knoppen in het deurpaneel kunnen we onze favoriete houding opslaan en eventueel als standaard instellen. Alles lijkt te kloppen en dat is een prettig uitgangspunt.
Downsize-trend
Voordat ik de sleutel omdraai neem ik de auto even in me op. De voorganger van de 718 Boxster werd in twintig jaar tijd door velen in het hart gesloten en wordt gezien als een van de beste roadsters op de markt. De dynamiek van het onderstel, de gewichtsverdeling en niet te vergeten: het aloude zescilindergezang dat gretig vanachter de voorstoelen opklinkt zodra je het gaspedaal beroert. Het is dus de vraag hoe ik de auto moet beoordelen. Kijk je ernaar met de heritage van Porsche in je achterhoofd? Is die zo typerende flat six de maatstaf? Of moet je de auto in zijn umfeld plaatsen, naast concurrenten als een Audi TT Roadster en een Jaguar F-Type? De TT wordt immers al sinds 2014 louter met viercilindermotoren geleverd. Van de F-type weten we sinds kort ook dat deze niet ontkomt aan de downsize-trend. Ik besluit om voor het laatste te gaan, hoezeer mijn Porsche-hart dat ook tegenspreekt.
Zodra ik de sleutel omdraai klinkt een rauwe grom vanachter de voorstoelen op. Dat klinkt zeker niet onaardig, om eerlijk te zijn. Een subtiel tikje met mijn teen op het gaspedaal doet de naald van de toerenteller van z’n plek vliegen en ik grijns. Dit kon best eens een leuke rit worden. Het openen van de kap is een automatische aangelegenheid en in krap 20 seconden al voltooid. Tot 70 km/h per uur kan dat ook gewoon rijdend, erg prettig. Met kap open klinkt de motor ineens ook een stuk volwassener. Spijtig genoeg is mijn testexemplaar niet uitgerust met sportuitlaat, maar gelukkig is het geen straf om met de kap open te rijden.
Ik jaag de Boxster een bochtig parcours op, waarvan er zovelen in het Oost-Groningse landschap zijn te vinden. Al snel moet ik concluderen dat nieuwe 718 Boxster qua motorkarakteristiek geenszins op zijn voorganger lijkt. De viercilinder boxermotor moet overduidelijk harder aan het werk om haar berijder te behagen, bovendien is het ontbreken van twee cilinders een gemis voor het gehoor van de echte liefhebber. Het klinkt zeker lekker, maar pas als ik naast een oude Kever bij het stoplicht sta hoor ik de overeenkomsten. Onmiskenbaar geluid van een viercilinder boxermotor. En dus ook niet echt te vergelijken.
Maar laten we de auto niet op de merites van zijn voorganger beoordelen, maar als roadster pur sang. Toegegeven, na iedere kilometer en na iedere bocht wordt de grijns op mijn gezicht een beetje breder. Ik heb inmiddels de Sport Plus ingeschakeld en de PDK op handmatig gezet. En hoewel de motor bij tijd en wijle flink getergd klinkt zijn de prestaties fenomenaal. De motor pakt eigenlijk bij ieder toerental direct op en het koppel is voelbaar constant hoog. Zodra je het pedaal vloert zwelt het boxergezang aan en schiet je er vandoor. Dat een viercilinder boxermotor zoveel geweld kan voortbrengen. Combineer dat met de wegligging die eigenlijk al voor de facelift ook al fenomenaal was en je zult begrijpen dat ik de 718 Boxster na deze dollemansrit een bijzonder warm hart toedraag. Deze roadster heeft alle ingrediënten aan boord om het zijn berijder naar de zin te maken en wie dat onbevangen aan durft nemen zal net als ik de tijd van zijn leven hebben in deze auto.
U begrijpt het, het beoordelen van de 718 Boxster iets niet “something taken lightly”. Wie stug volhoudt dat de Boxster hoort te zijn uitgerust met een zescilinder boxermotor zal aan het einde van de rit jankend en mopperend de auto verlaten. Wie bereid is om daaraan voorbij te gaan zal wellicht onwennig instappen. Maar laat je verrassen: de 718 Boxster krijgt je kilometer voor kilometer langzaam in zijn greep.