Op de tweede dag in Brescia blijkt het weer net zo temperamentvol te zijn als de Italianen zelf. De zon heeft zich laten verdringen door bewolking en regen en deze blijft ons tot ver na de lunch vergezellen. Eigenlijk lijkt het weer niemand te deren, alleen wijzelf krijgen het koud als we een paar uur buiten hebben gelopen. Op een aangrenzend plein lacht een open Ferrari naar de regen. De binnenzijde bestaat uit aluminium en de stoelen zijn met skai bekleed. Wij zijn benieuwd waar de eigenaar is, want er is in de omgeving niemand te bekennen. Ook de kerk aan de overzijde van het plein mag zich in een steeds groter wordende belangstelling verheugen. Het lijkt wel een uitverkoop van een groot warenhuis.
Porsches
Porsches zijn nog steeds goed vertegenwoordigd, er komen in de middag, als het zonnetje door begint te breken, diverse 356’s en speedsters langs. Ook een Zwitser met een bescheiden spoiler boven de rijder en navigator. Nu blijkt dat deze afgelopen jaar ook een van de honderd uitvallers waren die de finish niet bereikt hadden. Het verhaal wil dat zij uitvielen met het zicht op Brescia in de achteruitkijkspiegel.
Maar ook nu stopten er al diverse automobielen voordat zij zelfs aan de start zijn verschenen. Een mooi gerestaureerde Fiat Otto V heeft er na de lunch geen zin meer in. Sportief als dat wij zijn helpen wij even met aanduwen, maar de Amerikaanse eigenaar kan de motor niet tot leven brengen. Dan maar even bellen met de man die de auto zojuist voor ettelijke tienduizenden euro’s heeft gerestaureerd, hij schijnt in de buurt te zijn. Ook een Lancia Aurelia B24 cabriolet heeft definitief de geest gegeven op het plein en de schaamte wordt nu waarschijnlijk ook nog alleen maar groter als de hoeveelheid adviserende toeschouwers ook gaat toenemen.
Het plein loopt aan het begin van de middag leeg vanwege een gepland bezoekje voor de deelnemers aan het museum in Brescia. Het geluid van de motoren is nog lang te horen in de nauwe straatjes van Brescia. Het blijft een fascinerend schouwspel. De modieuze Italiaanse eigenaar van een one-off Alfa Romeo zien wij wel tien keer zijn achterklep opendoen, met Jan en alleman op de foto gaan, goedlachs natuurlijk en als een enthousiaste toeschouwer vindt dat hij zijn automobiel ‘over’ gerestaureerd heeft, is hij even uit het veld geslagen. Hij heeft overigens nog zo’n 70 bijzondere Alfa’s in de garage staan.
Rond half drie staan wij op een ander plein als de Italiaanse straaljagers overvliegen en blijven wij nog even staan om in ieder geval de eerste twintig auto’s voorbij te zien komen. Onder luid applaus, zacht gegil en veel gezwaai worden de deelnemende equipes een goede reis gewenst. Wat een bijzondere gebeurtenis en wij denken dat dit toch alleen maar in Italië kan.
Volgend jaar blijven wij gewoon drie uur op een terrasje zitten om het hele deelnemersveld aan ons voorbij te zien komen. Helaas vertrok onze vlucht vandaag al weer om 18.40 uit Milaan. De dagen zijn voorbijgevlogen en het was weer fantastisch. Zelfs Mark Wegh werd met zijn ‘politie’ 918 uitbundig begeleid door twee Italiaanse ‘collega’s’ op de motor. De eigenaar van een Ferrari 375 ruilde nog even zijn Duitse kentekenplaten om voor de originele platen uit 1953. Er kraait hier geen enkele Italiaanse kraai naar, want wij denken dat het kenteken echt niet meer voorkomt in de huidige actuele Italiaanse RDW computer.
La Vita e Bella!