Zoeken
Sluit dit zoekvak.

IROC drieluik deel 2: Mark Donohue 1973 IROC Kampioen

Een van de beste coureurs in de Verenigde Staten met een decennium vol overwinningen in de sportwagens, sportsedans en eenzitters, was Mark Donohue. Hij won onder meer de Indianapolis 500 in 1972 en was bovendien een begenadigd testcoureur. De afgestudeerde engineer racete als amateur en kwam in 1966 bij Penske’s raceteam terecht als ontwikkelingsengineer. Een jaar later was hij professioneel coureur. Donohue was zowel iemand die een auto perfect kon afstellen, als een zeer competitieve racer. Wanneer zijn auto competitief was en heel bleef, was hij nagenoeg onverslaanbaar.

Hij had enorm veel energie, was nooit tevreden en spendeerde vele uren in de werkplaats om chassisafstellingen en ophangingsvarianten te combineren teneinde de optimale combinatie te vinden. De successen van de Penske Ferrari’s die – ondanks de fragiele techniek en minimale support van de fabriek – vielen in de smaak bij Porsche, dat zich na de overwinning op Le Mans met de 917 oriënteerde op raceoverwinningen op zijn grootste markt: Noord-Amerika. Donohue’s eerste rit in een 917 vond hij een verschrikkelijke ervaring. De Porsche was volgens hem onbetrouwbaar, instabiel en levensgevaarlijk. Maar samen met Helmut Flegl, de engineer die was toegewezen aan het CanAm project, werden de dynamische tekortkomingen van de 917 grotendeels uitgebannen. Flegl kwam er al snel achter dat de Penske organisatie – en Donohue in het bijzonder – bijna net zoveel wist over de dynamische eigenschappen van racewagens als Porsche zelf.

Het succes van de 917 in de CanAm series werd grotendeels bereikt door het doorzettingsvermogen van Donohue en Helmut Flegl’s back-up richting Porsche waar het ging om conflicterende belangen. De resultaten zijn des te spectaculairder doordat – nadat het chassis voldeed aan de eisen – het duo nagenoeg compleet opnieuw moest beginnen met turbotechnologie om het vermogen van de McLarens te kunnen evenaren. Uiteindelijk leidde dit tot de 917/30, die meer dan 1500 pk sterk was en waarmee Donohue onder meer de Indianapolis 500 won in 1972.

Ernst Fuhrmann

Flegl was niet de enige fan van Donohue. Na de laatste race in het 1972 CanAm seizoen kwam Ernst Fuhrmann, toen directeur van Porsche, naar hem toe om hem te bedanken en samen dronken de heren vervolgens een fles Bourbon leeg, zonder ijs of glazen. Donohue’s dominantie in de IROC was deels te danken aan zijn eerdere ervaringen met een 911. In 1972 had Porsche hem en Follmer gevraagd om mee te doen aan endurance races als de 24 uur van Daytona. Ze lagen in 1973 aan de leiding toen ze moesten opgeven door een verbrande klep na 18 uur. Donohue wilde zijn helm aan de wilgen hangen na de finale in 1974 en zag de titel niet alleen als een mooie manier om in stijl te stoppen, maar ook om zijn pensioenpot te spekken met de 41.000 dollar aan prijzengeld.

Formule 1

Na zijn overwinning stopte Donohue met racen, maar een leven als teammanager gaf hem geen voldoening en dus stapte hij weer in de cockpit van het Penske raceteam, onder meer in de Formule 1. Tijdens de trainingen voor de Grand Prix van Oostenrijk crashte hij door een lekke band. Aanvankelijk leken zijn verwondingen mee te vallen, maar twee dagen later overleed hij alsnog aan een hersenbloeding. Zijn autobiografie ‘Unfair Advantage’ werd gepubliceerd in 1975 en kreeg een herdruk in het jaar 2000. Het is een prachtig boek waarin een belangrijke periode van Porsche wordt belicht.

Hadden we in 1998 maar 195.000 dollar gehad….

Advertenties
Logo-LUXURY-INS-horizontaal-wit
64-banner
Dia1
Creventic logo black