Op het ruim zes kilometer lange Mount Panorama-circuit in het Australische Bathurst vond afgelopen weekeinde de 17e editie van de Liqui-Moly Bathurst 12 Hour plaats, tevens de seizoensstart van de Intercontinental GT Challenge Powered by Pirelli. Porsche behaalde voor de eerste maal in de historie de overwinning in de Australische klassieker.
Rijders beschouwen het Mount Panorama-circuit als één van de mooiste ter wereld. (Foto: Porsche AG/Jürgen Tap)
Het Mount Panorama-circuit in Bathurst, zo’n 200 kilometer westelijk van Sydney in de uitlopers van de Blue Mountains, is vooral bekend vanwege de jaarlijkse 1000-kilometer-race, het hoogtepunt van het seizoen in de Australische Supercars. Het donderend geweld van de dikke Holdens en Fords, met name bij Australische fans mateloos populair, is ronduit spectaculair. Sinds 1991, met enkele onderbrekingen, is er in Bathurst echter ook een lange-afstandsrace. Aanvankelijk vooral een aangelegenheid voor lokale en nationale teams met productietoerwagens, werd in het jaar 2011 de deelname ook opengesteld voor buitenlandse teams met GT3’s. Dat was het begin van een snelle ontwikkeling, waarmee de race in Bathurst uitgroeide tot een van de klassieke GT3-wedstrijden, samen met de 24-uursraces in Dubai, Spa en op de Nürburgring. Audi, Mercedes-AMG, Ferrari, McLaren en Nissan wonnen al in Bathurst, maar Porsche tot nu toe nog niet.
De race in Bathurst start om 5.45 uur, wat betekent dat er de eerste drie kwartier in het donker gereden wordt. (Foto: Porsche AG/Jürgen Tap)
Omdat de ‘balance of performance’ voor nieuwe GT3-auto’s pas vanaf 1 maart van kracht wordt, schrijft het reglement in Bathurst voor dat er nog met auto’s volgens de specificatie van het voorgaande seizoen gereden wordt, ondanks het feit dat de Australische race traditioneel in februari, dus al ruimschoots in het nieuwe kalenderjaar verreden wordt. Zo was de race in Bathurst dan ook het laatste grote optreden van de vorige generatie van de Porsche 911 GT3 R. “Het zou mooi zijn als we het afscheid met een goed resultaat kunnen vieren”, zei Sebastian Golz, projectleider 911 GT3 R bij Porsche Motorsport, voorafgaand aan de race.
Omdat de nieuwe GT3 in Bathurst nog niet mocht rijden, was de race het laatste optreden voor de GT3 R van de vorige generatie. (Foto: Porsche AG/Jürgen Tap)
Was het vorig jaar nog het team Manthey Racing, dat voor Porsche de deelname aan het merendeel van de races in de Intercontinental GT Challenge verzorgde, voor dit jaar koos Porsche in Bathurst voor een andere oplossing: fabrieksrijder Earl Bamber, die met zijn eigen team al actief is in de Aziatische Porsche Carrera Cup, kreeg twee 911 GT3 R’s toebedeeld om in Bathurst in te zetten. “Aanvankelijk wilde ik één auto runnen, met Laurens Vanthoor, Fred Makowiecki en mezelf als rijder”, vertelde Bamber. “Maar toen zei Porsche: ‘We willen graag dat je twee auto’s doet, en wij zorgen wel voor de rijders, zodat jij je op je rol als teambaas kunt concentreren’. Aldus geschiedde, maar toen was het al medio december, rondom de jaarlijkse ‘Night of Champions’, het einde-seizoensfeest van Porsche Motorsport in Weissach. Bamber schakelde snel en vormde voor zijn eerste optreden in de GT3-klasse een sterk en slagvaardig team. Rijders waren Romain Dumas, Sven Müller en Mathieu Jaminet in de auto met het startnummer 911 en Matt Campbell, Dennis Olsen en Dirk Werner in de 911 met het nummer 912. Beide Porsches waren uitgevoerd in het zwart met de traditionele veer, het nationale symbool van Nieuw-Zeeland.
Met de twee auto’s van Earl Bamber Motorsport en de enkele inschrijvingen van Competition Motorsport en Black Swan Racing zouden er vier 911 GT3 R’s deelnemen in Bathurst. (Foto: Porsche AG/Jürgen Tap)
Naast de beide fabrieksondersteunde Porsches waren er nog twee 911 GT3 R’s ingeschreven, één auto van het team Competition Motorsport/IceBreak voor eigenaar David Calvert-Jones, fabrieksrijder Kévin Estre en de kersverse Porsche-junior Jaxon Evans, en een 911 van Black Swan Racing voor teameigenaar Tim Pappas, onze landgenoot Jeroen Bleekemolen en de Duitse routinier Marc Lieb. Laatstgenoemde auto raakte echter bij een crash van Pappas in de vrije training op vrijdag zo zwaar beschadigd, dat het team niet aan de race kon deelnemen. Pappas hield aan het avontuur een gebroken schouder en dito bekken over.
De Black Swan-Porsche van ondermeer Jeroen Bleekemolen kon na een crash van teameigenaar Tim Pappas niet in de race starten. (Foto: Rebocar/René de Boer)
Ook voor de IceBreak-Porsche was er geen succes weggelegd, nadat eigenaar David Calvert-Jones in het derde uur van de race de controle over de auto verloor en crashte. De twee Porsches van Earl Bamber Motorsport daarentegen reden vrijwel constant in de voorste gelederen van het 26 auto’s sterke GT3-veld mee. Uiteindelijk bleef ook de inzet van het trio Dumas/Müller/Jaminet onbeloond: zo’n drie uur voor het einde viel de Porsche met het startnummer 911 uit als gevolg van een defect aan de stuurbekrachtiging. Daarmee was de hoop gevestigd op de laatste resterende Porsche, die van Campbell, Olsen en Werner.
Lange tijd reden beide Porsches voorin mee, maar de nummer 911 viel uit vanwege een defect aan de stuurbekrachtiging. (Foto: Porsche AG/Jürgen Tap)
De jonge Australiër Matt Campbell nam de laatste rijbeurt voor zijn rekening en zorgde bij temperaturen van rond de 35 graden voor een ijzersterk slotakkoord. Na de laatste reeks pitstops, met nog een goed halfuur te gaan, reed hij op de vierde plaats. Vervolgens liet hij iets zien dat tot de beste GT3-acties in de afgelopen jaren kan worden gerekend (de laatste 20 minuten van de race zijn ook te vinden op Youtube). Allereerst verschalkte hij met een gedurfde manoeuvre BMW-rijder Chaz Mostert. De actie, inclusief contact tussen de beide auto’s, was op her randje, maar uiteindelijk besloten de sportcommissarissen om Campbell toch niet te bestraffen. Vervolgens was Mercedes-rijder Marciello het volgende slachtoffer: bij het aanremmen van de eerste bocht moest hij in Campbell zijn meerdere erkennen en de tweede plaats opgeven. Tenslotte ging het tussen Campbell in de Porsche en de Brit Jake Dennis in de Aston Martin van het Zwitserse team R-Motorsports om de leiding in de wedstrijd. Campbell wachtte even zijn kans af, zette bij het aanremmen van de uiterst krappe haarspeldbocht Forrest’s Elbow zijn Porsche aan de binnenkant naast de Aston Martin, hield het gas erop en nam zo de leiding over.
Matt Campbell stuurt de Porsche als winnaar over de eindstreep, net voor de Grove-Porsche, die de 911-Cup-klasse won. (Foto: Porsche AG/Jürgen Tap)
Vervolgens reed Campbell zonder problemen de overwinning naar huis, het eerste succes voor Porsche in de historie op Mount Panorama. “Het was echt een ‘do-or-die’-actie”, erkende Campbell naderhand. “Ik rijd nu voor het zesde jaar in deze race en was er de afgelopen twee keer al heel dichtbij. Nu de overwinning hier voor Porsche en voor het team binnen te halen, is natuurlijk geweldig. Helemaal omdat ik als Australiër tegenwoordig nog maar zelden in eigen land rijd.” Campbell deelde het succes met Dennis Olsen en Dirk Werner. “Ik had bijna de vader van die twee kunnen zijn”, grapte Werner na afloop van de race met de twee Porsche-fabrieksjunioren naast hem. “Maar ze hebben het onder deze zware omstandigheden werkelijk uitstekend gedaan.”
Gelijk een overwinning bij de eerste GT3-race voor Earl Bamber Motorsport. (Foto: Porsche AG/Jürgen Tap)
Naast de genoemde GT3 R’s in de GT3-klasse stonden er in Bathurst ook vier 911’s in Cup-uitvoering aan de start in de Porsche Cup-klasse. Hier ging de overwinning naar het Australische team Grove Racing. Porsche benutte het evenement op Mount Panorama tevens voor de presentatie van de nieuwe 911 GT2 RS Clubsport, waarmee Porsche-ambassadeur Mark Webber een aantal ronden over het circuit reed.
Mark Webber reed een aantal demonstratieronden met de nieuwe 911 GT2 RS Clubsport. (Foto: Porsche AG/Jürgen Tap)
Een aantal gelukkige Porsche-rijders mocht ook enkele ronden op het circuit met de eigen auto rijden. (Foto: Rebocar/René de Boer)
Ook tijdens de race voor de Group S-klasse in het voorprogramma stonden de nodige Porsches aan de start. (Foto: Rebocar/René de Boer)
