“ik ga op reis en ik neem mee …” Deel II
Als het om iets leuks gaat, kunnen 18-jarigen blijkbaar toch vlot opstaan. Vlak nadat om 6:00 uur de wekker is gegaan, wordt er vanuit de andere kamers al ‘Goeiemorgen!’ geroepen. Snel wordt er ontbeten en na het in de auto proppen van de laatste spullen is het eindelijk zover. De portofoons staan op de juiste frequentie en de motoren worden gestart. Na een laatste kus voor mijn man en een aai over de koppen van de honden rijden wij rustig de straat uit.
De eerste anderhalve dag gaan door Duitsland. Ik vertrek altijd op zondag, omdat er dan amper vrachtauto’s op de Duitse wegen rijden. Eenmaal over de grens bij Venlo, wordt er eerst in Kaldenkirchen 102 getankt. Terug op de nog rustige Autobahn loopt het tempo vlot op. Eerst hou ik de jongens nog in de gaten, het is voor hun immers de eerste keer dat ze op zulke hoge snelheden rijden. Maar al snel zie ik dat ze verantwoordelijk rijden en ver vooruitkijken. Een fijn gevoel dat ik ze los kan laten. Het tempo went snel en het duurt niet lang voordat de jongens uit het zicht zijn. Ik hou nog in, omdat ik de staat van mijn recent aangekochte 924 turbo nog niet ken. Ik heb geen zin om aan het begin van de reis al met pech langs de kant van de weg te staan.
Ik hoef mij niet druk te maken over de jongens. In de navigatie staat het eerstvolgende verzameladres, maar na het eerste uitrazen zie ik de 924S en de 968 in de verte alweer in beeld verschijnen. Bij de brug over de Moezel bij Winningen pauzeren wij. Een leuk stopadres met uitzicht over het Moezeldal met de A61 er overheen. Bij het wegrijden meldt Michiel over de portofoon dat er een lampje brand op zijn dashboard. Het blijkt dat zijn auto een slokje motorolie lust. Geen probleem, we hebben de juiste olie meegenomen. Daarna gaat het richting het Porsche-museum in Stuttgart.
Het museum is voor Michiel en mij bekend terrein, voor Martijn is het echter zijn eerste bezoek. Met Michiel als gids vermaakt hij zich wel, mama is toe aan koffie. Wij overnachten net buiten Stuttgart, het hotel ligt aan het oude stratencircuit “Solitudering”. Het startpunt, een herkenbaar gebouwtje bij het terrein van de ADAC, staat er nog steeds. De weg heeft helaas een snelheidsbeperking, daarom slechts een rustige ereronde gereden.
De volgende dag hoeven wij niet heel veel uren te rijden. Vanwege de onervarenheid van de jongens en de leeftijd van de Porsches heb ik de dagetappes korter gehouden dan gebruikelijk. Achteraf totaal onnodig. Ik had beter moeten weten, die jongens van mij zijn net zo gek van het rijden als ik en onze transaxles zijn helemaal in hun element.
Om de tijd te vullen, gaan we eerst koffiedrinken bij Motorworld in Böblingen en daarna staat de highline 179 in het Oostenrijkse Reutte op het programma. Voor de nodige beweging nemen wij, zij het met protest vanuit het mannenkamp, niet de lift, maar gaan wij lopend naar boven. De wandeling valt mee, zeker als je daarna een oud fort kan bekijken.
Dan volgt de highline. Geen van ons drieën heeft hoogtevrees, dat is nu bewezen. Vanaf de brug zien wij onze auto’s beneden op de parkeerplaats “braaf” op ons wachten. Mmm, alle drie voelen wij een onrust. Snel de brug af en terug naar beneden. Het moment dat de deur zwaar in het slot valt en de motor tot leven komt, voelt als thuiskomen.
Het laatste stukje naar het hotel loopt via een mooie slingerweg, waar wij tot drie keer toe aan het hotel voorbijrijden. Wat is die slingerweg toch heerlijk en ideaal als introductie voor een rit door de Alpen. Met de portofoons coach ik de jongens tot beter bochtenwerk. Een fotomoment? Ben je gek, rijden willen ze! De vierde keer stoppen wij toch maar bij het hotel, de magen beginnen te rommelen.
De volgende ochtend zijn wij vroeg uit de veren, nu begint het echte werk. De bergen bouwen zich vlot in hoogte op. Schitterende vergezichten, talloze haarspeldbochten, zo goed als lege bergpassen, dit is voor mij het pure ont-stressen. Onze auto’s zijn gretig en de jongens genieten met volle teugen.
De impostante Dolomieten zijn voor mij altijd de kers op de taart. Rauwe steile rotswanden, die hoog boven je uittorenen. Het geluid van de hardwerkende motor. Door het stugge onderstel kleeft de auto aan de weg. Dan duiken wij weer onder de boomgrens met spannende onoverzichtelijke bochten. De originele Blauwpunkt Coburg radio, die ik vlak voor vertrek nog in de 924 turbo geïnstalleerd heb, blijft ongebruikt.
Veel te snel bereiken wij de saaie autostrada die ons naar het Gardameer leidt. De gedachte dat ons, na het aanmoedigen van de Mille Miglia deelnemers, een net zo verslavende terugweg wacht, troost ons tijdens de laatste kilometers.
Volgende week vertel ik jullie over de Mille Miglia en onze terugreis. Ik geniet in de tussentijd nog even van de foto’s.