Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Boekbespreking Porsche Kremer Racing

Het is niet alleen maar kommer en kwel en ellende in deze coronatijden, want er is bijvoorbeeld ook voldoende tijd om lekker te lezen. En alleen al met Porscheboeken kan een mens de rest van zijn of haar leven vooruit, zoveel is er over ons favoriete merk gepubliceerd. Een nieuwe uitgave, afkomstig van het Duitse Sportfahrer Verlag, belandde de afgelopen week op ons redactionele bureau en die stellen we hier graag voor.

‘Porsche Kremer Racing – the complete team history’, is de Engelse vertaling en tegelijkertijd de geactualiseerde versie van een toch al omvangrijk Duits werk over het vermaarde team Kremer Racing uit Keulen. De gebroeders Manfred en Erwin Kremer openden in het najaar van 1962 een werkplaats aan de Luxemburger Straße in Keulen-Sülz, aanvankelijk gespecialiseerd in reparaties en restauraties van Porsche 356’s. Hun eerste project was het volledig herstellen van een 356 met zware schade en al snel volgden meer opdrachten. Na korte tijd stelden ze Willi Großmann, een vriend, als monteur aan en dit trio zou jarenlang succesvol zijn in de autosport.

Erwin Kremer kreeg al snel de smaak van het racen te pakken na aanschaf van een Carrera met ‘Königswellen’-motor. Broer Manfred probeerde het een blauwe maandag, maar na een crash tijdens de Mosel Bergpreis, waar hij een boom langs het parcours raakte, hield hij het voor gezien. Erwin was succesvoller en nam deel aan tal van evenementen: slaloms, oriëntatieritten, rally’s, vaak met Großmann als bijrijder, en later ook races, eerst met een getunede 356C en later met een 911. Met die auto reed Erwin Kremer in 1968 ook het Europees kampioenschap toerwagens. Mooie avonturen: tamelijk voorin het boek staat een schitterende zwart-witfoto over twee pagina’s van de Kremer-Porsche op een aanhanger achter een Ford Transit, ergens in Barcelona, op weg naar Jarama voor de drie-uursrace aldaar.

Porsche Cup

Vanaf 1970 heette het team ‘Porsche-Kremer’ en schreef een 911 S in voor het wereldkampioenschap sportwagens. Een prachtig succes was de klassezege tijdens de 24 Uur van Le Mans in 1970 met de 911 S onder de vlag van Ecurie Luxembourg, gereden door Nicolas Koob en Erwin Kremer. Een jaar later had Erwin Kremer zich ten doel gesteld om de Porsche Cup te winnen, het goed gedoteerde klassement voor Porsche-privérijders, waarvan Gijs van Lennep in 1970 de eerste winnaar was. Met professionele teamgenoten als Helmut Kelleners, Willi Kauhsen, Jürgen Neuhaus en John Fitzpatrick behaalde Kremer genoeg successen om zijn doel te realiseren. Ook daarna volgden mooie successen, zoals de GT-klassezeges in de 1000km-races van de Nürburgring en Parijs (verreden in Rouen!) in 1972, samen met Fitzpatrick in een 911 S 2.5, en de 1000km van Monza in 1973 samen met Clemens Schickentanz in een Carrera RSR. Ook de eerste overzeese deelnames volgen, ondermeer in Sebring. Eind 1973 beëindigde Erwin Kremer zijn actieve loopbaan. Eerder dat jaar waren het familiebedrijf en het bijbehorende team verhuisd naar de Friedrichstraße in Keulen.

Begin jaren zeventig ontdekten de Kremers al de mogelijkheden van sponsors en zo reden in 1974 Kremer-Porsches in de kleuren van Samson en Camel, ondermeer in het Europees GT-kampioenschap. Later volgden Jägermeister, een kruidenlikeur, en Vaillant, fabrikant van verwarmingen. Drie jaar op rij wonnen Kremer-rijders de Porsche Cup. In 1976 kwam Porsche met de 935 voor het Groep 5-reglement, maar Kremer kwam tegelijkertijd met een eigen interpretatie, de 935 K1. Met dit model, en de latere uitvoeringen K2 en K3, behaalde het team uitstekende resultaten, zowel nationaal in de steeds populairder wordende Deutsche Rennsport-Meisterschaft, als internationaal in de diverse lange-afstandsraces, inclusief Daytona, Sebring en Le Mans. Daarbij was er sprake van een verbeten strijd met het Gelo-team van Georg Loos, eveneens uit Keulen.

“Wat moet die auto kosten?”

De overwinning in Le Mans in 1979 met de Amerikaanse broers Whittington en Klaus Ludwig in de 935 K3 is ongetwijfeld het grootste wapenfeit van Kremer. Legendarisch is het verhaal van hoe Kremer had gepland dat Ludwig, van het trio de rijder met de meeste ervaring, de race zou starten. Hij was in de trainingen immers respectievelijk tien en 18 seconden sneller geweest dan de broers Don en Bill. Niettemin wilde Bill de race starten en vroeg doodleuk aan de Kremers: ‘Wat moet die auto kosten?’ Binnen de kortste keren kwam hij met een attachékoffer met de gevraagde 290.000 Dollar op de proppen en verklaarde: “Nu is het mijn auto, nu start ik.”

Na de successen met de 935 volgde de 936 als open sportprototype. Opnieuw namen de Kremers geen genoegen met de reguliere auto van de fabriek, maar kwam met eigen aanpassingen, want inventief waren ze wel, en voldoende ervaring hadden ze ook. Met de komst van Groep C en de Porsche 956 voor klantenteams ging Kremer ook in dit traject mee. De door Kremer ingezette 956 met chassisnummer 101 in blauw-witte Kenwood-uitmonstering was met vader en zoon Mario en Michael Andretti en Philippe Alliot in 1983 als derde de best geklasseerde privé-Porsche in Le Mans. Vele succcessen volgden, ook met de 962, ondermeer met Leyton House-sponsoring.

Spyders en GT’s

Begin jaren negentig liep het Groep C-tijdperk op een eind en Kremer bouwde enkele 962s om tot open prototypes, K7 en K8. Daarnaast was Kremer Racing actief in de GT-racerij in de snel groeiende BPR-serie, later het FIA GT-kampioenschap. Naast de GT2 zette Kremer ook de 911 GT1 in, maar zonder noemenswaardige successen. Er waren nog wat incidentele wedstrijden met Lola-sportwagens en een Honda NSX, maar het was een aflopend verhaal. In 2004 had Erwin Kremer een hartaanval, waarvan hij nooit meer volledig herstelde. Hij overleed in september 2006 op 69-jarige leeftijd.

Broer Manfred, inmiddels verhuisd naar Spanje, wilde de naam niet zomaar ten onder laten gaan. Hij vond in 2010 een gelijkgestemde in Eberhard Baunach, een enthousiaste autsportliefhebber en hobbycoureur met een goed zakelijk netwerk, die Kremer Racing uiteindelijk overnam. Uwe Michael Sauer, die het team in 1992 na 20 jaar trouwe dienst als monteur had verlaten, keerde er weer terug en sindsdien houdt Kremer Racing niet alleen de historie van oudere raceauto’s levend, maar wordt er af en toe ook weer eens actueel geracet, ondermeer op de Nürburgring-Nordschleife.

Het recent verschenen boek van auteurs Michael Cotton, Ulrich Trispel en Robert Weber beschrijft op prettig leesbare wijze de rijke historie van een van de belangrijkste Porsche-klantenteams in de autosport. Vele foto’s, vaak op een volle of zelfs twee volle pagina’s, tonen niet alleen spectaculaire racemomenten, maar ook prachtige sfeerimpressies vanuit pits en paddock. Het is gelukkig geen gortdroge opsomming van race tot race, maar een chronologische weergave van diverse periodes, gevolgd door een overzicht van alle Kremer-raceauto’s, van 356, 911 en 914 tot aan 935, 956 en 962, waarbij ook de eigen inbreng van de Keulse renstal uitgebreid uit de doeken gedaan wordt. Een uitgebreid overzicht van resultaten rondt het geheel af. Een waardevolle aanwinst voor iedereen die geïnteresseerd is in de sportieve successen van Porsche-teams!

Michael Cotton, Ulrich Trispel, Robert Weber: Porsche Kremer Racing – the complete team history. Engelstalig. Uitgave: Sportfahrer Verlag. 392 pagina’s, hardcover met stofomslag.

ISBN: 978-3-945390-01-6.

Foto’s: Sportfahrer Verlag

Advertenties
Logo-LUXURY-INS-horizontaal-wit
64-banner
Dia1
Creventic logo black