Zoek
Sluit dit zoekvak.

50 jaar geleden schreef Gijs van Lennep historie in Le Mans (deel 2)

Dit weekeinde is het precies 50 jaar geleden dat de 39e editie van de ‘Grand Prix de l’Endurance – Les 24 Heures du Mans’ verreden werd. De wedstrijd op 12 en 13 juni 1971 resulteerde in het grootste Nederlandse autosportsucces op internationaal niveau tot dan toe, want Gijs van Lennep won samen met dr. Helmut Marko in de Porsche 917 van het Martini Racing Team. De snelheids- en afstandsrecords die ze vestigden, hielden bijna 40 jaar stand. Vierenzestig.nl blikt samen met Gijs van Lennep terug op die memorabele race. Vandaag deel 2: Het verhaal van de race, welke problemen er waren, wat er na afloop werd gedronken en wat de reacties in de pers waren.

De start van de 24 Uur van Le Mans vond in 1971 voor het eerst vliegend plaats. De traditionele Le Mans-start, waarbij de coureurs na het vallen van de startvlag eerst lopend vanaf de overkant van de baan naar hun auto moesten rennen, instapten, hun riemen vast moesten maken en dan pas konden wegrijden – een traditie sinds 1925 – was in 1970 afgeschaft omdat er steeds meer kritiek kwam op het veiligheidsaspect. Dat privérijder John Woolfe in 1969 in de eerste ronde uit zijn Porsche 917 werd geslingerd en omkwam, omdat hij zijn gordel niet had vastgemaakt, was ongetwijfeld de doorslaggevende factor. In 1970 werd er staand gestart, met de rijders al in de gordels in de auto, een jaar later was er een vliegende start in ‘Indianapolis’-stijl, nadat dit in de drie-uursrace tijdens het testweekeinde in april van dat jaar in Le Mans al een keer was uitgeprobeerd.

De formatieronde werd gereden achter een Porsche 911, voorzien van tal van camera’s, maar van een ordelijke formatie was geen sprake, aldus het verslag in het Britse weekblad ‘Autocar’: “(It) was an anti-climax. The cars, lined up two by two in practice time order, started engines almost at random and set off in an equally scruffy formation.” De Porsche pace-car reed aan het eind van de ruim 13 kilometer de pits in, waarop de race precies om vier uur in de middag werd vrijgegeven. Rodriguez nam in de pole-winnende Gulf-Porsche de leiding, gevolgd door Larrousse in de Martini-‘Langheck’. Ook de andere Gulf-Porsche met Siffert en Bell bleef goed voorin, terwijl de snelste Ferrari’s de Sunoco-512 van Mark Donohue en David Hobbs en de Escuderia Montjuich-auto van José Juncadella en Nino Vaccarella waren. De ‘Kurzheck’-Porsche van Van Lennep en Marko bleef gedurende de eerste vier uur keurig in de top tien en klom wat op naarmate de eerste teams problemen kregen.

De Sunoco-Penske-Ferrari vormde waarschijnlijk de grootste bedreiging voor de Porsches, maar die was na iets meer dan vier uur al verdwenen: rond kwart over acht viel de Ferrari stil bij Maison Blanche, reed stapvoets terug naar de pits en werd na 40 minuten weggeduwd, wat het einde van de wedstrijd betekende. Een defecte klep in de door Traco geprepareerde motor was de oorzaak van uitval. Maar ook Porsche bleef niet gevrijwaard van problemen: om kwart over negen kwam de Martini-917 van Elford/Larrousse binnen, omdat de motor warmgelopen was. De oorzaak lag in afgebroken bouten van het schoepenwiel van de koeling. “Daarop besloot Porsche om bij onze auto ook die bouten maar te vervangen. Niet allemaal tegelijk, want dat had teveel tijd gekost, maar bij elke pitstop één, zodat er niet teveel tijd verspeeld zou worden”, aldus Van Lennep.

De Porsche van Jo Siffert en Derek Bell kwam kort voor tien uur binnen, hoewel de auto slechts een kwartier eerder een reguliere pitstop gemaakt had. Siffert klaagde over vibraties en problemen bij het remmen. De remmen werden uitgebreid onderzocht, wat ruim tien minuten kostte, maar twee ronden later stond de auto alweer binnen. Het probleem bleek een gebroken wieldrager te zijn. De reparatie duurde meer dan een uur, waarmee ook voor dit team de kansen grotendeels verspeeld waren. Na acht uur racen, om middernacht, reed de 917 van Rodriguez en Oliver aan de leiding met 137 ronden, op twee ronden gevolgd door de Gulf-‘Kurzheck’ van Attwood en Müller. Nog eens twee ronden daarachter reed de enige overgebleven Ferrari in de kopgroep, de Escuderia Montjuich-512 van Juncadella en Vaccarella. De ‘Pink Pig’-Porsche van Kaushen en Joest reed op de vierde plaats, gevolgd door de Martini-917 van Van Lennep en Marko.

Rond een uur of één in de nacht ging Mike Parkes in de Filipinetti-512 F in de rondte bij Maison Blanche, raakte de vangrails aan beide zijden van de baan, maar kon nog wel de pits bereiken. Twee uur later kwamen beide Gulf-Porsches, die op de eerste twee plaatsen reden, binnen voor ongeplande stops. Eerst stopte Jackie Oliver kort, maar kwam twaalf minuten later terug voor een lange stop vanwege problemen met de achterwielophanging. Bij de auto van Attwood en Müller kon de vijfde versnelling niet meer worden ingeschakeld, in de pits werd het tandwiel vervangen, wat zo’n 40 minuten kostte. Bij het ochtendgloren strandde ook de ‘Pink Pig’, nadat Reinhold Joest zonder remmen aankwam bij Arnage en de crash in de vangrails niet meer kon vermijden. “Die Sau ist tot”, zou Joest naar verluidt aan zijn team gemeld hebben.

Om vier uur, halverwege de race, leidde de Montjuich-Ferrari, maar de Porsche van Van Lennep en Marko had nog slechts een ronde achterstand en nam korte tijd later de koppositie over toen de Spaanse Ferrari op de baan was gestrand met een defecte versnellingsbak. “We waren niet de snelsten, reden zelfs niet zo snel als we hadden gekund, maar we bleven wel rijden en zo kwamen we aan de leiding”, vervolgt Van Lennep zijn terugblik. Om acht uur op zondagochtend, na twee derde van de race, hadden hij en zijn Oostenrijkse teamgenoot in totaal 263 ronden afgelegd, vijf meer dan de Gulf-‘Kurzheck’ van Attwood en Müller, die inmiddels de tweede plaats hadden overgenomen van Chris Amn en Jean-Pierre Beltoise in de Matra. De best geplaatste Ferrari was de NART-auto van Sam Posey en Tony Adamovicz op de vierde plaats, maar die had al twaalf seconden achterstand op de leidende Porsche en vormde daarmee realistisch gezien geen bedreiging meer.

Rond kwart over acht kondigde een grote rookwolk van achteruit de 917 van Siffert en Bell het einde van de Gulf-‘Langheck’ aan en even later was ook de Matra uit de race. Van Lennep en Marko bleven gestaag hun rondjes rijden, maar aan het eind van de ochtend waren er wat zorgen over de remmen. “Wij waren de eersten die reden met gaten die in de remschijven geboord waren voor extra koeling”, vertelt Van Lennep. “Nu is dat heel normaal, maar toen had nog niemand dat. Dat was natuurlijk weer een idee van Piëch. Maar wat bleek, rondom die gaten ontstonden er van die haarscheurtjes. Er werd al over nagedacht om de remschijven te wisselen, maar dat had behoorlijk wat tijd gekost, dus ze zeiden: ‘Als we wisselen, dan wint de Gulf-Porsche’. Waarop Marko en ik zeiden: ‘Dan remmen we maar niet meer’. Nou ja, een bijna niet meer. Aan het eind van het rechte stuk moet je natuurlijk wel, anders kun je niet de hoek om. Maar met goed terugschakelen kom je ook al een eind, en we hebben dat toch een aantal uren zo volgehouden.”

Dat gezegd hebbende, de versnellingsbak was ook niet kakelvers meer, zodat ook die de nodige aandacht vergde, maar de eerste plaats voor Van Lennep en Marko kwam niet meer in gevaar. Om twaalf uur reden de beide Porsches nog steeds op de eerste twee plaatsen met een verschil van vier ronden. Daarachter reden drie Ferrari’s: PoseyAdamovicz op 18 ronden van de leiders, Craft/Weir op 39 ronden en Chinetti/Grossmann op 66 ronden. In de laatste uren reed de Gulf-917 met Müller en Attwood wel wat sneller dan de Martini-‘Kurzheck’, maar David Yorke, teammanager van het JW-team, gaf te kennen dat een verschil van zo’n drie seconden per ronde in het voordeel van de Gulf-Porsche wel het maximaal haalbare was en daarmee zouden ze de Martini-917 niet meer inhalen.

Rond half drie was Gijs van Lennep voor de laatste keer uit de auto gestapt en had Helmut Marko zijn plaats ingenomen. Met nog 40 minuten te gaan was er de laatste tankstop, maar helemaal zeker was het nog niet, zoals wel bleek uit de NART-Ferrari op de derde plaats, die in laatste uur nog naar binnen moest om een gebroken schokdemper achter te laten vervangen, die voor schade aan de aandrijflijn had gezorgd zorgen. Omdat de regels in Le Mans nu eenmaal voorschrijven dat je rijdend over de finish moet komen om te worden geklasseerd, ging de Ferrari van Posey en Adamovicz om twee minuten voor vier nog een keer sputterend de baan op, waarna een hele ronde in één versnelling werd afgelegd, om toch de derde plaats veilig te stellen.

Ondertussen hadden de rijders in de beide 917’s elkaar gevonden om in gesloten formatie over de finish te rijden, goed voor een mooie finishfoto, hoewel het verschil een volle ronde bedroeg. Even na vieren reed Helmut Marko de 917 met het startnummer 22 als winnaar over de eindstreep. Hij werd de tweede Oostenrijkse winnaar van de race na Jochen Rindt met de NART-Ferrari in 1965, Van Lennep won als eerste Nederlander de 24-uursrace.

De cijfers van Van Lennep en Marko waren records: 397 ronden, 5.335,313 kilometer, een gemiddelde snelheid van 222,305 kilometer per uur. Het Nederlands-Oostenrijkse duo won ook de ‘Index of Performance’, een klassement waarbij de daadwerkelijk gereden afstand werd afgezet tegen de van tevoren door de organiserende Automobile Club de l’Ouest gecalculeerde prognose, rekening houdend met de cilinderinhoud, met een score van 1,302. Alom werd verwacht dat de afstands- en snelheidsrecords van Van Lennep en Marko nooit meer verbroken zouden worden, zeker nadat er chicanes in het lange rechte stuk van Hunaudières werden aangelegd om de snelheid er een beetje uit te halen. Toch gebeurde het na 39 jaar: in 2010 kwamen Mike Rockenfeller, Romain Dumas en Timo Bernhard met hun Audi R15+ TDI tot een afstand van 5.410 kilometer. Van Lennep was er ook in 2010 bij en zag het ter plekke gebeuren. “Ik was wel blij dat het een Audi was en niet een Peugeot, zo bleef het record in ieder geval binnen de familie”, lacht hij.

Na de finish brak de gebruikelijke chaos uit: foto’s, interviews, de prijsuitreiking. “We moesten na afloop meteen champagne drinken”, vertelt Van Lennep. “Natuurlijk gewoon in ons racepak. Tegenwoordig zijn ze allemaal binnen vijf minuten gedoucht en verkleed en weet ik wat allemaal, maar bij ons kon dat niet, want wij hadden alleen maar een caravannetje. Dus eerst dronken we champagne van Martini, met het team, toen bij Moët & Chandon, de concurrenten. En toen was er een officieel diner van de organisatie, daar moesten we natuurlijk ook bij zijn, ergens op het circuit. Daar heb ik nog een toespraak gehouden, want Marko was helemaal ‘total loss’, die zei: ‘Doe jij het maar’. Dus ik ben in het Frans begonnen, maar later toch maar overgegaan in het Engels, dat ging wat vlotter. Toen zijn we met de auto met Dechent, die inmiddels ook overleden is, teruggereden naar het buitenhuis van de markiezin, en die kwam natuurlijk ook weer met een trolley met champagne aanzetten!  Daar heb ik toen toch maar bedankt voor de eer, ik had al zoveel champagne gedronken en ik was doodop! Ik kon amper meer de trap op! Maar goed, ik ben toch boven gekomen, ben op het bed gevallen, in mijn raceoverall, en werd pas maandagmorgen om negen uur weer wakker!”

Op die maandagochtend schreven in Nederland alle dagbladen over het in Frankrijk behaalde succes. Enkele kranten hadden eigen verslaggevers ter plekke: Pim Stoel voor ‘Het Parool’, Henk Strabbing voor ‘De Volkskrant’, terwijl ‘De Telegraaf’ opmerkelijk genoeg het verslag niet liet verzorgen door Coo Dijkman, die toen ook al de autosport deed, maar door “onze correspondent in Parijs”, ene Joost C. de Ruiter. “Van Lenneps zege triomf van de taktiek”, luidde de kop in ‘Het Parool’. “Van Lennep’s grootste triomf”, stond in ‘De Telegraaf’. ‘Nederlandse triomf in 24 Uur van Le Mans’, schreef ‘De Waarheid’. “Gijs van Lennep lacht het laatst”, kopte het ‘Nieuwsblad van het Noorden’.  “Van Lennep bij absolute top”, aldus ‘De Volkskrant’. Maar de meest opmerkelijke kop stond in ‘Het Vrije Volk’: “Gijs wint Le Mans in rammelkast”. 

Diezelfde ‘rammelkast’ kon na de recordoverwinning direct het museum in en maakt tot op de dag van vandaag deel uit van de fabriekscollectie van Porsche. Er kan niet meer met de auto worden gereden, want magnesium heeft de eigenschap dat het broos wordt, waarmee het risico dat het chassis op enig moment breekt natuurlijk te groot is. Wel zet de historische afdeling van Porsche de 917 met het startnummer 22 met enige regelmaat in tijdens evenementen. Zo was de auto in 2018 te zien tijdens de ‘Rennsport Reunion’ op het circuit van Laguna Seca, stond de auto in 2019 prominent opgesteld tijdens de grote jubileumtentoonstelling in het kader van 50 jaar Porsche 917 in het Porsche Museum in Stuttgart en was hij ook al te bewonderen tijdens de Historic Grand Prix op Zandvoort. Dat is ook bij de komende editie (16-18 juli) weer het geval, want natuurlijk mag de winnende 917 van Le Mans 50 jaar na dit spraakmakende Nederlandse autosportsucces niet op Zandvoort ontbreken.

Met wat meer afstand dan de verslaggevers van de diverse dagbladen schreef ook Wim Oude Weernink in het tweewekelijkse tijdschrift ‘Autorevue’ over het succes van Gijs van Lennep in Le Mans. ‘Gijs maakt historie’ luidt de kop boven het artikel van drie pagina’s, in een karakteristiek jaren-zeventig-lettertype. En daarmee was geen woord teveel gezegd, want Le Mans winnen is een prestatie van formaat. In een kader bij het artikel (“Wat Gijs er van vond”) komt de winnaar zelf aan het woord: “Natuurlijk ben ik blij. En over een zege in Le Mans kunnen ze in Holland tenminste niet kankeren.” Een duidelijk bewijs van dat er ook toen al veel zelfbenoemde experts aan de zijlijn stonden… En Van Lennep zelf, op maandag na de race? “Nou ja, ik werd dus ’s morgens in mijn racepak wakker, en toen zijn we naar Parijs gereden, want we vlogen toen ’s middags terug naar Nederland. Veel tijd om uit te blazen was er niet, want ik moest daarna vrijwel direct op Zandvoort aan de slag, waar ik dat weekeinde met de Surtees mijn allereerste Formule 1-Grand Prix reed. Maar dat is weer een ander verhaal.”

Porsche Nederland Interview van juni 2015. Gijs van Lennep won de 24 Uur van Le Mans in 1971 samen met Helmuth Marko in een Porsche 917. In de Le Mans-video vertelt Van Lennep over de gevaren van de race, bijvoorbeeld over het moment wanneer je lichaam wil gaan slapen, maar je als coureur toch door moet. En dan is er nog een risicofactor: Van Lennep legt uit dat je juist geconcentreerd moet blijven op de momenten dat de race ‘in de zak’ lijkt.

Voor dit artikel werd gebruik gemaakt van de archieven van Porsche AG, Pon Porsche Nederland, Rebocar Automotive Productions en de collectie Laurens Roks †

Advertenties
Logo-LUXURY-INS-horizontaal-wit
64-banner
Dia1

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.