Achter de schermen: Reisreportage FIA WEC-finale Bahrein
Eerder deze maand vond op Bahrain International Circuit de laatste race van het seizoen in het FIA World Endurance Championship plaats. Dankzij de ondersteuning van Porsche kon ook Vierenzestig bij dit evenement ter plekke zijn. Zoals bekend was dit het laatste optreden van Porsche als fabrikant in de topklasse van het WEC, waarmee het dus waarschijnlijk ook de voorlopig laatste reis naar een overzeese WEC-race was voor uw verslaggever, want Porsche is de enige fabrikant die ook uw redacteur wel eens uitnodigt voor verre evenementen en daarmee de verslaggeving ter plekke ondersteunt. We genoten er dus extra van, en laten de bezoekers van deze website natuurlijk graag meegenieten!







Het is een stukje vliegen naar Bahrein. We kozen, in overleg met Nicole, de dame die slagvaardig en vriendelijk de reizen voor Porsche organiseert, voor een verbinding vanaf onze thuisluchthaven Düsseldorf via Istanboel naar Bahrein. In totaal bijna acht uur vliegtijd, met een uur of vier verblijf in Istanboel, maar met de zeer prettige en comfortabele lounge aldaar was dat zeker geen straf. Onderweg hadden we volop tijd om te lezen, de voorbeschouwing voor deze website op het evenement te schrijven en ook nog – hoe kan het anders – een film te kijken met een autosportthema, namelijk Gran Turismo, over hoe de jonge Brit Jann Mardenborough als simracer via een competitie van Sony en Nissan de overstap naar de echte autosport maakte, inclusief alle ups en downs die hij daarbij tegenkwam, waaronder het dodelijke ongeval waarbij hij betrokken was op de Nürburgring-Nordschleife. Bij veel van de evenementen die in de film voorkomen, was ook uw redacteur aanwezig, de film riep veel herkenning op.
Eenmaal gearriveerd in Bahrein stonden er direct mensen in kleding van het circuit te wachten om arriverende passagiers die iets met de race te maken hadden op te vangen en te begeleiden. Ik meldde me en degene die met mij mee liep wist direct te vertellen dat er een chauffeur voor transport naar het hotel op me stond te wachten. Ik werd vlot door de douane geleid – de benodigde visa waren keurig via het circuit geregeld – en met alleen handbagage stond ik binnen vijf minuten na landing in de aankomsthal, waar inderdaad iemand met een bordje met mijn naam en een Porsche-logo erop klaarstond.




Na een jaar of dertig van racegerelateerde reizen op vijf continenten heeft uw verslaggever vrijwel alles wel zo’n beetje meegemaakt en raakt eigenlijk nergens meer van ondersteboven, maar het is altijd wel zo prettig als alles tijdens een reis gewoon functioneert volgens plan. Bovendien liep het inmiddels tegen half twee in de nacht plaatselijke tijd en groeide het verlangen naar een goede nachtrust met de minuut. De rit met de shuttle naar het hotel, een nondescripte zwarte SUV van Amerikaanse makelij en fors formaat, nam een halfuur in beslag, het inchecken verliep vlot en de kamer bleek keurig en comfortabel.
Het Sofitel kenden we al van vorig jaar, het hotel bevindt zich op een minuut of vijf rijden vanaf het circuit en is bijzonder plezierig. De bedden zijn er perfect, met een keuze uit vier verschillende soorten kussens, de douche is er uitstekend, er is een Nespresso-machine op de kamer en het bureau is groot genoeg om prettig aan te kunnen werken. Voeg daarbij het balkon met comfortabele zitgelegenheid en een geweldig uitzicht over de tuin met strand en je wilt eigenlijk nauwelijks meer weg!






Dat deden we natuurlijk wel, want de plicht riep. Gesterkt door een uur of zes diepe en ononderbroken slaap en gesterkt door een uitstekend ontbijt op het terras van het hotel. Het buffet liet weinig te wensen over en leuk was het ook om al aan het ontbijt heel veel bekenden te treffen: coureurs, wedstrijdleiding, mensen van de race-organisatie, collega-journalisten. Meerdere coureurs, waaronder Porsche-rijders Kévin Estre en Laurens Vanthoor, hadden hun echtgenotes en kinderen meegenomen, een mooie afsluiting van het seizoen.









De actie op het circuit begon pas rond het middaguur, dus haast was er niet echt, wat prettig was. Op donderdag stonden er twee vrije trainingen van het FIA WEC op het programma, plus sessies van de Porsche Carrera Cup Middle East, de enige serie in het voorprogramma. We benutten de tijd om met veel mensen weer eens bij te praten, nieuwe contacten te leggen en natuurlijk ook om de actie te volgen. Om 15.00 uur was er de officiële persconferentie van de organisatie, waarin diverse coureurs hun vooruitblik op de race gaven, onder wie Porsche-fabrieksrijders Kévin Estre en Richard Lietz. De laatste trainingssessie liep tot 18.30 uur, daarna aten we in de teamcatering op het circuit en schrijven daarna nog de nodige artikelen. De avond sloten we rustig af met een uurtje lezen op het balkon bij de hotelkamer, het was nog steeds een aangename 26 graden.
Op vrijdagochtend brachten we eerst een bezoek aan het Concours d’Elégance, het Royal Bahrain Concours, dat op de golfbaan, een halfuurtje van het hotel en het circuit plaatsvond. Het resultaat is inmiddels al op deze site te vinden. Rond het middaguur waren we weer op het circuit, waar de derde en laatste vrije training op het programma stond. Later in de middag volgden diverse mediasessie van verschillende merken, waaronder ook het ‘Meet the team’ van Porsche, waar we met meerdere rijders en teamleiding spraken. Zulke sessies leiden niet altijd direct tot artikelen, maar zijn wel heel goed om achtergrondinformatie te verkrijgen en kennis te verdiepen. Daarna was er de kwalificatie, eerst voor de LMGT3’s en vervolgens voor de hypercars, met aansluitende persconferentie en ‘mixed zone’, waarin alle coureurs voor de media beschikbaar waren. Ook volgden we nog de eerste race van de Porsche Carrera Cup Middle East, met een wat karig veld van slechts 13 auto’s, en de rijders ook nog eens verdeeld over drie klassen, maar wel mooi om te zien en te horen.








In het gezelschap van enkele collega’s en mensen van Porsche genoten we op vrijdagavond van het diner in het uitstekende Indiase restaurant bij het hotel, heerlijk buiten op het terras. Dat zijn de fijne momenten: goed gezelschap, uitstekend eten en mooie verhalen, niet in de laatste plaats van oud-coureur Marc Lieb, in 2016 winnaar van de 24 Uur van Le Mans met de Porsche 919 en tegenwoordig in de communicatie-afdeling van het merk. Die vloog in de nacht op zaterdag alweer terug naar Duitsland vanwege andere verplichtingen tijdens het weekeinde, maar het was als altijd prettig om hem erbij te hebben. Dat we niet alleen over auto’s en autosport spraken, maar ook over hockey, gebeurtenissen in de familie en vele andere zaken, is ook te danken aan het feit dat we elkaar al bijna een kwart eeuw kennen.
Na opnieuw een uitstekende nachtrust en een heerlijk ontspannen ontbijt was het wederom tijd voor het circuit: het was racedag! Na het nodige schrijfwerk en het met een half oog volgen van de tweede Carrera Cup-race verruilden we het perscentrum met airco voor de zonovergoten en hete pitstraat, want de handtekeningsessie stond op het programma, altijd een prima gelegenheid om nog even met coureurs te spreken voor aanvang van de race. We hadden een speciale missie voor een vriend die een foto van hemzelf met Valentino Rossi gesigneerd wilde hebben. Om Rossi heen is er altijd een enorme drukte tijdens race-evenementen, want zijn schare fans is eindeloos, maar we constateerden vorig jaar al dat de drukte in Bahrein relatief meeviel, dus we besloten om dat daar te doen, wat ook inderdaad prima lukte, met een alleszins acceptabele wachttijd van een minuut of tien. Vincent Vosse, de baas van het BMW-raceteam waarvoor Rossi rijdt, moest lachen toen hij uw verslaggever in de rij zag staan. “Je had het ook even kunnen vragen, dan had ik het voor je geregeld”, zei hij. Maar dat doen we niet: voor dit soort dingen zijn we gewoon bezoeker net als alle andere aanwezigen, dus gewoon met alle anderen in de rij.






Nog een speciale opdracht was het overhandigen van een tekening van de Britse autokunstenaar Neil Gardner aan de Oostenrijkse coureur Ferdinand Habsburg, die met Alpine de voorgaande FIA WEC-race op Fuji gewonnen had. Gardner had speciaal voor die gelegenheid een prachtig kunstwerkje gemaakt en Eve Hewitt, de stuwende kracht achter Radio Le Mans, waarvoor Gardner de ‘artist in residence’ is, had gevraagd of uw verslaggever dat aan Habsburg wilde overhandigen. Die deed dat natuurlijk met veel plezier, net als dat hij eerder die ochtend Habsburg een exemplaar van het magazine Automobilsport had gegeven, dat grotendeels gewijd is aan de rijke race- en rallyhistorie van het Franse merk Alpine, waarvoor Habsburg als fabriekscoureur actief is.
Er volgde een snelle lunch in de teamcatering, waarna de ‘grid walk’ op het programma stond, een goed halfuur waarbij alle auto’s in slagorde langs de pitmuur op het rechte stuk van het circuit staan opgesteld, teamleden erbij en ook de rijders, zij het dat die vaak zo laat mogelijk arriveren, want het is al warm genoeg. In het FIA WEC wordt toegang tot de startgrid voorbehouden aan mensen die daarvoor een speciale sticker of vermelding op hun toegangspas hebben, wat het exclusief houdt. Heel anders dan bijvoorbeeld in de Noord-Amerikaanse IMSA-serie, waar juist alle bezoekers met een entreekaart voor de race de grid op mogen en dicht bij de auto’s kunnen komen. Dat maakt het wel een stuk drukker dan in het WEC, maar je geeft als organisatie de fans wel een unieke ervaring. Kwestie van keuze.







Na een goed halfuur op de grid zochten we het perscentrum weer op om van daar uit de beginfase van de race te volgen. In de regel zijn races in Bahrein niet zo spectaculair, omdat het circuit weinig inhaalmogelijkheden biedt. Daarmee is de beginfase dus van extra belang. Toen de race enigszins ‘in een plooi gevallen was’, zoals men dat in Vlaanderen zo mooi noemt, namen we wat tijd voor een rondje door de ‘fan area’ achter de grote hoofdtribune. Inmiddels trad de schemering in (in Bahrein gaat de zon in deze tijd van het jaar al voor vijf uur onder en is het ook heel snel donker) en was het ook wat koeler geworden, zo’n 25 graden. Er was een parcours voor ‘monster trucks’, waarbij passagiers ook achterin konden meerijden, er waren diverse stands met catering, er was een flink oppervlak als ‘lounge area’ en er waren promotiestands van Toyota, BMW en Ford. Het circuit zelf had een flinke merchandisewinkel waar de typische geur van waarschijnlijk Chinese kunststof rommel hing, Er was niets dat enige bezitsdrang opriep.















Eenmaal terug in het perscentrum volgden we het verloop van de race, die in verhouding weinig spannende actie bood. Dat er voor Porsche in de hypercar-klasse weinig kans op succes was weggelegd, was inmiddels wel duidelijk, maar dat had zich eigenlijk al na de kwalificatie – en op basis van de ‘balance of performance’ zelfs al in de aanloop naar het raceweekeinde afgetekend. Zo kabbelde de race langzaam (nou ja, relatief gesproken natuurlijk) voort en resulteerde uiteindelijk in de eerste seizoenzege van Toyota, met onze landgenoot Nyck de Vries als een van de rijders in de winnende auto, en alle kampioenstitels voor Ferrari. Voor Porsche was er in ieder geval nog de titel in de GT-klasse met Richard Lietz, Riccardo Pera en Ryan Hardwick in de Manthey-1st Phorm-911. In de ochtend waren we er tijdens het ontbijt in het hotel al getuige van geweest hoe Hardwick zijn teamgenoten verraste met een Rolex met inscriptie als dank voor een bijzonder succesvol seizoen, ongeacht hoe de beslissing in de titelstrijd ook zou uitvallen. Volgend jaar rijdt Hardwick in de Noord-Amerikaanse IMSA-serie, ook met een Porsche van Manthey.










Na de persconferentie en gesprekken met diverse rijders rondden we de berichtgeving af en keerden we terug naar het hotel voor de laatste nacht aldaar. Op zondagochtend kon er lekker uitgeslapen worden, gevolgd door een ontspannen ontbijt. Daar kan een mens wel aan wennen! De meeste fabrieksrijders besteedden de dag aan het zwembad of aan het strand, maar wij togen opnieuw naar het circuit, want daar was ook nog de testdag aan de gang, terwijl velen in de pits en de paddock bezig waren met afbreken en inpakken. We volgden in het bijzonder de verrichtingen van Robert de Haan met de Porsche 963 van het Proton-team, waarover we op deze website al uitgebreid berichtten.





In de avond was er in de tuin van het hotel de officiële prijsuitreiking van het FIA WEC en de party om het einde van het seizoen te vieren. Diverse rijders en andere persoonlijkheden werden extra in het zonnetje gezet, onder wie Jenson Button, die in Bahrein zijn laatste race als professioneel coureur reed en zich voortaan wil toeleggen op historische autosport, en de Australische fotograaf Andrew ‘Skippy’ Hall, die ondanks allerlei fysieke ongemakken jarenlang tot het vaste fotografencorps in het FIA WEC behoorde, maar nu ook een punt achter deze activiteit zette, omdat het reizen met zijn handicaps te problematisch wordt. Opmerkelijk was wel dat Porsche, toch een van de dragende zuilen onder het huidige hypercar-reglement, met geen woord genoemd werd. De relatie tussen de fabrikant en de ACO als promotor en organisator van het FIA WEC is zwaar verstoord, zoveel is wel duidelijk.













Toen alle toespraken en officiële plichtplegingen afgesloten waren, hadden we nog tien minuten voor een snelle hap van een van de buffetten, alvorens in de shuttle te stappen die gereed stond voor de rit naar het vliegveld. Wederom verliep de terugreis via Istanboel naar Düsseldorf en zo waren we op maandag aan het eind van de ochtend weer thuis, een geweldige ervaring rijker. Het was weer een mooi raceweekeinde, een prima laatste circuitevenement van het jaar.
Foto’s: Rebocar/R. de Bo